Chronisch slecht slapen kan grote gevolgen hebben. Zowel voor ons lijf als voor onze geest. Cognitieve gedragstherapie is volgens slaapgeneeskundige en bijzonder hoogleraar Marike Lancel, een veel duurzamere en doeltreffender oplossing dan slaapmedicatie.
Lancel haalt inspiratie uit de manier waarop katten hun rust pakken: ‘Die zoeken een zonnig plekje op de vensterbank, krullen zich op en vallen zo lekker in slaap. Mensen zitten uiteraard anders in elkaar, maar toch is het sterk aan te bevelen om net als katten een ongecompliceerdere verhouding tot slaap te krijgen.
Cognitieve Gedragstherapie voor Insomnia (CGT-I) kan daarbij helpen, aldus de hoogleraar, door alle ingesleten patronen die een gezonde slaap in de weg staan te vervangen. Tijdens deze therapie leer je hoe je slaapbehoefte opbouwt, beter inslaapt en doorslaapt.
Je leert anders te denken over de dingen waar je je drukt over maakt. Je traint hoe je piekeren in bed stop kunt zetten en hoe je je lichamelijk en geestelijk kunt ontspannen. Zo’n 40 tot 70% van de mensen heeft na CGT-I geen last meer van slapeloosheid, en zo’n 70 tot 80% gaat in elk geval beter slapen. Dat zijn indrukwekkend hoge scores.’
De laatste jaren wordt therapie steeds toegankelijker: ‘Je kunt het in groepsverband volgen en veel praktijkondersteuners bij de huisarts bieden het aan. Ook zijn er apps en online programma’s die de therapie ondersteunen. Zo versterk je je eigen vermogen om zo optimaal mogelijk te slapen. Bijna net zo ongecompliceerd als de slapende kat op de vensterbank.’
Bron van dit artikel en meer informatie: Broerstraat 5-RUG.nl