IVF of in-vitrofertilisatie (reageerbuisbevruchting) is een voortplantingstechniek waarbij een of meer eicellen buiten het lichaam worden bevrucht met zaadcellen, waarna de ontstane embryo’s in de baarmoeder teruggeplaatst worden.
Bij standaard IVF wordt gebruik gemaakt van een hoge dosis hormonale medicatie om de eierstokken te stimuleren, met als doel een tiental eicellen te laten groeien. Deze behandeling is kostbaar, geeft veel bijwerkingen, en kan leiden tot het ‘ovarieel hyperstimulatiesyndroom’ (OHSS), dat gevaren en groot ongemak voor de vrouw kan opleveren. Ook de kans op tweelingzwangerschappen is verhoogd, hetgeen veel medische risico’s met zich meebrengt.
Marie-José Pelinck onderzocht de effectiviteit van een IVF-behandeling in de ‘gemodificeerde natuurlijke cyclus’ (MNC). Hierbij wordt slechts weinig hormonale medicatie toegediend, met minder bijwerkingen en geen risico op OHSS. Een ander voordeel is dat er meestal slechts één embryo beschikbaar is voor plaatsing in de baarmoeder, met een laag risico op tweelingzwangerschappen.
Uit het onderzoek blijkt dat MNC-IVF in een groot aantal gevallen een geschikte behandeling is, en dat de kans op zwangerschap met deze behandeling – beschouwd per tijd dat een behandeling duurt – even groot lijkt te zijn als bij standaard IVF behandeling. MNC-IVF lijkt daarmee een zinvol alternatief voor standaard IVF-behandeling. Invoering in de praktijk lijkt realistisch, op voorwaarde van een passend verzekeringssyteem en na bevestiging van de kosten-effectiviteit in nader onderzoek.