De twijfel over de validiteit van de beoordelingsrapporten begon na een onderzoek van Pointer (KRO-NCRV). Hieruit bleek dat er mogelijk fouten waren gemaakt in de berekeningen waardoor huizen onterecht het stempel ‘veilig’ kregen. Dit veroorzaakte een klachtenregen en heeft ervoor gezorgd dat meerdere instanties een onderzoek hebben ingesteld: het Staatstoezicht op de Mijnen concludeerde bijvoorbeeld al dat de kwaliteitscontroles binnen de werkwijze van NCG onvoldoende op orde is.
Het onderzoek dat nu wordt ingesteld door het ACVG is in opdracht van staatssecretaris Herstel Groningen Eddie van Marum. Hij wil weten of “het oordeel in deze beoordelingsrapporten klopt en de veiligheid genoeg geborgd is.”
De vraag of de huizen veilig zijn heeft de hoogste prioriteit. Daarnaast zijn er nog twee vraagstukken. Allereerst: de vertrouwensvraag. Welke fouten in de rapporten kunnen het vertrouwen van bewoners schaden? En ten tweede de communicatievraag. Welke rol speelt de communicatie rondom beoordelingsrapporten in deze situatie?
Door de hoge prioriteit verwacht het ACVG in de zomer van 2025 al antwoorden te hebben op de veiligheidsvraag. Op dit moment wordt de eerste relevante informatie al verzameld. Het ACVG heeft contact met de Nationaal Coördinator Groningen (NCG), het ministerie en andere betrokken organisaties “om een duidelijk beeld te krijgen van de situatie.” Verder nemen de onderzoekers ook het recentelijk gepubliceerde rapport van het SodM mee in het onderzoek.