Economie

Bakkerij Crebas, oudste bakker van de stad, weer open: “We willen hier geen poeha”

Het is een begrip in Groningen: Bakkerij Crebas, ook wel bekend als de oudste bakker van de stad. “Ja, dat zeggen ze. Maar ik heb het niet onderzocht hoor”, zegt Gea Marinus (62) nuchter in het eeuwenoude bakkerspandje aan de Steentilstraat. Samen met haar familie staat ze aan het roer van vijf bakkerijen, waaronder Crebas. Die Groningse nuchterheid is typisch Crebas, vertellen zij en haar zoon Dennis Marinus (38). “We willen hier geen poeha. Elke dag lekker vers brood, daar draait het om.”  


Leestijd: 2 minuten

Gea Marinus Foto | Jan Buwalda
Gea Marinus Foto | Jan Buwalda

Door Merle van der Horst

Met trots draagt Bakkerij Crebas in de Steentilstraat de titel ‘Bij Koninklijke Beschikking: Hofleverancier’. Het bedrijf is al sinds 1888 gevestigd aan de Steentilstraat. De bakkerij ging door de handen van drie families, tot vijftien jaar geleden, toen de familie Marinus Crebas overnam.  

“We moesten moeilijke keuzes maken”  

Het kwam als een schok toen in juni 2024 de deuren ineens voor onbepaalde tijd dichtgingen vanwege een tekort aan bakkers en aardbevingsschade. “We moesten moeilijke keuzes maken”, vertelt Dennis. Sinds november zijn de deuren weer geopend, terwijl een andere bakkerij van de Marinussen in Beijum is gesloten. Hoewel het stil leek achter de gele herkenbare gele luifel, werd er de maanden voor de heropening flink geklust. Wie nu Bakkerij Crebas binnenloopt, wordt verwelkomd door een inkijkje in het verleden.  

“Achter de wandjes kwamen oude tegels tevoorschijn”, vertelt Dennis. “En we hebben de hele oude gezandstraalde ramen, die destijds speciaal voor deze zaak gemaakt zijn, weer op hun oude plek gezet.” Op het glas staan afbeeldingen van bakkerstaferelen: een ouderwetse oven, een stapel versgebakken brood, een feestelijk versierde taart. Toen de bakkerij na de verbouwing weer opende, vierde de familie Marinus dat op een manier die bij Crebas past: “Ik heb alleen de sleutel omgedraaid”, zegt Gea.  

De Marinussen hebben naast Bakkerij Crebas ook een zaken in Lewenborg, Appingedam, Uithuizen en Loppersum. Op die laatste locatie wordt het brood en banket gebakken voor alle vestigingen. Het is een echt familiebedrijf. Gea en Jilke begonnen ooit in Loppersum, maar inmiddels werken hun kinderen en langzamerhand zelfs kleinkinderen ook in de bakkerijen. “Onze oudste kleinzoon helpt mee in de bakkerij en onze kleindochter helpt soms met inpakken”, vertelt Gea.  

Niet alleen de winkel zelf, maar ook de recepten van Bakkerij Crebas bieden klanten een inkijkje naar vroeger. Na decennia komen mensen nog steeds voor het befaamde ‘Academiepleintje’, een soort boterkoektaartje met gekonfijte vruchtjes, en de ‘Crème der A’, een boltaartje van crème en hazelnootstukjes. “Ik durf niet te zeggen hoe oud de recepten precies zijn”, zegt Gea. “Maar het zijn typisch oude recepten, want ze blijven heel lang goed. Vroeger had je niet de luxe om iets lang te bewaren.”  

En waarom zou je een beproefd recept veranderen? Nog steeds komen de studenten net voor de kerst een Groninger sukadekoek halen voor hun opa die altijd bij Crebas kwam als kind. “Iedereen komt hier omdat ze met de feestdagen extra willen uitpakken”, vertelt Gea glunderend. “En voor ons is het de favoriete tijd van het jaar. Je beleeft de feestdagen echt meer als je ervoor hard gewerkt hebt.”  

Dit artikel staat ook in de nieuwste Groninger Ondernemers Courant. Klik hier om de hele krant online te lezen.Op de site van de GROC kun je ook je gegevens achterlaten, zodat je voortaan vier keer per jaar de krant gratis op de mat vindt.