De Oude Wacht, het café aan het Zuiderdiep dat sinds 1955 niet meer weg te denken is uit de stad, heeft drie nieuwe eigenaren, meldt de Groninger Ondernemers Courant. Geen wildvreemden, integendeel. Jordi Krikken (34), Jelmer Komen (33) en Frank Boelens (38) werken er al jaren. Want als je er eenmaal bent, wil je er niet zomaar meer weg, leert de ervaring. En dat geldt ook voor de gasten.
Stuk voor stuk kwamen ze in de afgelopen tien jaar binnengedruppeld bij de Oude Wacht. Eerst Jordi, die in 2013 de horecawereld miste na een zijstap in het onderwijs en een kledingwinkel. Nog geen jaar later Frank, die toe was aan iets nieuws, en in 2016 Jelmer, die werd uitgenodigd op gesprek na het “verspreiden van cv-tjes”.
Sindsdien zijn ze er niet meer weg te denken. En dat hoeft ook niet, want op 1 september vond er een ‘wisseling van de Wacht’ plaats en hebben ze het stokje overgenomen van Bert de Kleuver (68) en Eddy de Boer (55), die de zaak sinds 2005 bestierden.
Een paar jaar geleden begon het al te kriebelen bij de mannen. Wat als ze een eigen café zouden beginnen? Er werden al gesprekken gevoerd, panden bezocht en overlegd met Bert en Eddy, die de mannen zouden begeleiden.
Maar toen brak de coronapandemie uit en moesten de mannen een stapje terug doen. Geen ramp, vonden ze. “We zaten natuurlijk al hartstikke goed bij de Oude Wacht”, legt Jelmer uit.
En waar de mannen waardeerden wat ze al hadden, beseften Bert en Eddy tijdens de lockdowns en restricties dat ze het eigenlijk wel prettig vonden om het wat kalmer aan te doen. “Niet dat we de horeca niet meer leuk vinden”, licht Bert toe, “maar op een gegeven moment heb je het wel gezien.”
Eén en één was twee. Per 1 september staat de Oude Wacht – “want zo blijft het uiteraard heten” – officieel onder leiding van Jordi, Jelmer en Frank.
Wat gaan jullie anders doen dan jullie voorgangers?
In koor: “Niks.”
Helemaal niks?
Jelmer: “We vinden dat het onze taak is om voort te zetten wat Bert en Eddy in 18 jaar hebben opgebouwd. De naam, de service, het authentieke uiterlijk van het café. Dat willen we allemaal behouden.”
Bert: “Maar ik denk dat jullie heus wel accenten gaan verleggen.”
Jordi: “Ja, we hebben het afgelopen jaar al wel flink geïnvesteerd in de keuken, dus het eten wordt misschien belangrijker. En ik denk dat we wat meer energie zullen steken in het organiseren van evenementen. Dit jaar al hadden we al een haringparty, een barbecue en een aspergediner, zulke dingen willen we vaker gaan doen. Maar verder is de Oude Wacht goed zoals die is, dus het moet vooral de Oude Wacht blijven.”
En wat is dan de Oude Wacht volgens jullie?
Jelmer: “Een bruin café waar je goed kan eten.”
Frank: “Met goede service, hoge kwaliteit en gastvrijheid.”
Wie zijn jullie gasten?
Jelmer: “Echt van alles. Toeristen, gezinnen, maar ook een heel aantal vaste gasten. Rond een uur of vier ‘s middags vind je hier vaak de wat oudere stamgasten, naarmate de avond vordert daalt de gemiddelde leeftijd naar zo rond de 35. Maar er komen ook veel studenten.”
Jordi: “De vaste gasten vinden we erg belangrijk. We vinden het leuk om iets van ze te weten. Meer dan alleen hun naam.”
Jelmer: “Dan kan je naast het weer ook over hun kleinkinderen praten, of over de verhuizing van vorige week.”
Bert: “En dat geldt andersom ook, de gasten zijn ook geïnteresseerd in jullie.”
Jordi: “Klopt. Ik ben laatst vader geworden, toen kreeg ik van een aantal gasten kaartjes met felicitaties.”
Wat is het allerleukste aan de Oude Wacht?
Jelmer: “Het team, maar eigenlijk ook de gasten.”
Frank: “Ja, de gasten zijn fantastisch. Met leuke gesprekken met gasten vliegt de avond voorbij.”
Jordi: “Daar sluit ik me bij aan. Ik heb op veel plekken gewerkt, maar ik heb nog nooit een bedrijf meegemaakt met zo’n grote groep vast publiek en zo’n hecht team aan werknemers.”
Waar komt dat door?
Frank: “Je werkt hier onder goede werkgevers op een fijne plek met fijne werktijden.”
Jordi: “De horeca staat natuurlijk wel een beetje bekend als een slechte werkgever waar je slecht betaald krijgt. Ik heb in verschillende horecazaken gewerkt en ik kan wel zeggen dat de Oude Wacht er ook wat dat betreft met kop en schouders bovenuit steekt. Bovendien is fulltime hier fulltime. Wij werken 35, 40 of soms 45 uur, maar niet meer.”
Jelmer: “En je wordt hier serieus genomen en je voelt je gewaardeerd. Dat zorgt voor een hecht team met gemotiveerde werknemers die hier langer blijven werken dan gemiddeld. Daardoor kent iedereen kent de vaste gasten en kunnen we een stabiele service leveren.”
Bert: “Ik word verlegen van alle complimenten. Ik denk dat het ook komt doordat we één, twee of soms wel drie méér mensen inzetten dan andere bedrijven doen. Dat geeft werknemers de ruimte om een praatje te maken met gasten en onze service te verhogen.”
Jordi: “Ik hoor weleens over terrassen waar je 10 tot 15 minuten moet wachten op een biertje. Hier staat het eigenlijk altijd wel binnen 2 minuten op tafel. Of vaker nog binnen 30 seconden denk ik.”
Bert, ga je de zaak missen?
Bert: “Ja, alles ervan. De gasten, het contact met het personeel, het feit dat ik nodig ben. Maar ach, het is ook goed zo. Ik hoop dat ze ons nog eens vragen voor advies. Ik ben altijd bereid bij te springen met advies of wat dan ook. Als ik maar niet achter de bar hoef, dat vind ik verschrikkelijk.”
Ga je hier nog vaak over de vloer komen?
Bert: “We gaan proberen van niet, maar ik ben bang van wel, want we wonen hierboven.”
Jordi: “Dat wordt voor ons nog wel een uitdaging. De heren waren hier altijd in de buurt, wij gaan ons misschien nog verkijken op hoeveel ze achter de schermen hebben gedaan.”
Zijn er dingen waar jullie tegenop zien?
Jelmer: “Nee. Natuurlijk is het een uitdaging. Het zal in de praktijk misschien wel anders zijn dan we voor ogen hebben. Wie weet onderschatten we het, maar uiteindelijk voelen we ons heel veilig in de uitdaging die we aangaan. We vertrouwen elkaar.”
Frank: “En we hebben er vooral zin in om het zelf te doen.”
Hoe ziet de Oude Wacht er over 30 jaar uit?
Jelmer: “Het wordt nog drukker dan het nu al is. Ook overdag en doordeweeks. De rustige momenten worden minder en korter, dat zien we nu al.”
Jordi: “En verder is het dan nog steeds een bruisend café en een ontmoetingsplek. Voor mensen die spontaan langskomen, maar ook nog steeds voor de vaste gasten. Daar gaan we voor.”