In juni 2024 vulden ongeveer 2.500 leden van het Groninger Panel en 2.300 leden van het Drents Panel een vragenlijst in over toenemende tegenstellingen in de samenleving.
Een tiende van de inwoners van Groningen en Drenthe krijgt dus te maken met discriminatie. De meesten van hen geven aan dat ze hun ervaring(en) gedeeld hebben met familie en vrienden. Eén op de tien heeft hierover niet met anderen gesproken.
Uit het onderzoek blijkt ook dat het voor veel mensen niet vanzelfsprekend is om regelmatig contact te hebben met uiteenlopende groepen. Zo heeft bijna de helft van de participanten (bijna) nooit contact met mensen met een migratieachtergrond. En vier op de tien inwoners komt nauwelijks in contact met personen met een beperking. Ook de omgang met mensen die verschillen qua seksuele voorkeur is voor ruim een kwart van de inwoners minder gangbaar.
Ruim twee derde van de Groningers en Drenten geeft aan makkelijk om te gaan met én open te staan voor mensen die van hen verschillen. Uit het onderzoek blijkt ook dat hoe diverser de groep zijn waarmee mensen omgaan, hoe meer ze openstaan voor anderen.
Hoewel bijna een kwart van de Groningers en Drenten zonder ervaring met discriminatie aangeeft dit te melden als het hen zou overkomen, blijkt de meldingsbereidheid lager onder degenen die daadwerkelijk discriminatie hebben ervaren. Zo heeft slechts 15% van de Drenten en 19% van de Groningers die gediscrimineerd zijn hier een officiële melding van gemaakt.
Bijna twee derde van de Groningers en Drenten vindt dat zijzelf in de eerste plaats aan zet zijn als het gaat om een bijdrage leveren aan een inclusieve samenleving. Een groep van vergelijkbare omvang vindt ook dat scholen en andere maatschappelijke organisaties hieraan moeten bijdragen. Daarnaast meent 60% van de inwoners dat overheden een verantwoordelijkheid hebben op dit gebied.