De opinie is van Peter Michiel Schaap, die zijn betoog schreef voor Gras, het architectuurcentrum van Groningen.
In een ongekend fel betoog stelt Schaap dat Groningen tientallen jaren werd geprezen om haar stedenbouw, maar dat daar de laatste jaren niets meer van overblijft.
Het betoog van Schaap is een aanklacht tegen de volgens hem "totaal doorgeschoten eigendomsverhoudingen en de rotzooi die dat her en der oplevert, en vooral dat een steeds kleinere groep profiteert van het succes van de stad". Dat gaat volgens hem ten koste van de charme, het ondernemerschap en de diversiteit.
“Werkelijk schokkend is de situatie in het gebied ten oosten van het Schuitendiep, ook wel aangeduid als het Schuitenschuiverskwartier. Los van het feit dat de jaren-80-stadsvernieuwing – ondanks de goede bedoelingen – hier niet bepaald kwaliteit heeft gebracht, is dit vergeten stukje binnenstad het toonbeeld van sleetsheid, liefdeloosheid, pandjesbazerij en andere duistere zaakjes”, zo schrijft hij.
Volgens Schaap hem heeft de negatieve ontwikkeling op achitectuurgebied er alles mee te maken dat er laatste jaren veel beleggers actief zijn geworden die uitsluitend gaan voor hun eigen portemonnee, en niet voor het belang van de stad als geheeld. Maar volgens Schaap moeten beleggers daarbij ook weer niet over één kam worden geschoren.
“Laat me duidelijk zijn: ik heb niets tegen de vastgoedsector, tegen projectontwikkelaars of tegen wie op een andere manier hun geld verdienen aan het maken van de stad. Sterker, ik ben er deels onderdeel van en werk met veel van hen graag en met liefde samen. Waar ik wél wat tegen heb, is de relatief grote groep die persoonlijk gewin vooropzet. We’re only in it for the money.”
Schaap stoort zich vooral aan de groep mensen voor “wie het doen van mooie en goede dingen niet leidend is. Bij wie snel en goedkoop de boventoon voert. Ze trekken profijt uit de overspannen woningmarkt. Ze danken veel van hun rijkdom aan twee grote, collectief gefinancierde onderwijsinstellingen die jaarlijks voor een gegarandeerde instroom van nieuwe studenten en (dus) huurders zorgen”.
Maar volgens Schaap zijn er ook wel positieve ontwikkelingen. “Zo is er vanuit de overheid beweging, zeker ook in onze stad. Zo verdient de gemeente Groningen een groot compliment voor de wijze waarop ze de afgelopen jaren op het vlak van het wonen de strijd is aangegaan met de pandjesbazen. In de particuliere verhuur is al veel aan banden gelegd. Optoppen is een stuk moeilijker geworden, bestemmingsplannen zijn of worden aangepast en sinds kort gaat ook de verstudioïng van bestaande panden op slot”.
Groningen verdient het volgens Schaap “om met veel meer samenhang aangepakt te worden. Het gaat ook over wat er in die stad gebeurt, over de functies en het programma. Het gaat over eigendom, inspiratie, trots en de ambitie nooit genoegen te nemen met middelmaat. Dat is niet elitair. Dit gaat over kwaliteit, diversiteit en eigenheid”.
Wat volgens hem nodig is is een integraal ruimtelijk-economisch beleid, met een visie op de stad en een strategie.
“Om hier te komen is het allereerst nodig om je ruimtelijk beleid te verknopen met je retail- en horecabeleid. Hetzelfde geldt voor beleidsterreinen als mobiliteit, parkeren, wonen, groen en duurzaamheid. Vervolgens vraagt het om stadsstrategie, uitvoeringskracht en een inspirerend narratief dat iedereen uitdaagt om samen de bestaande waarden te omarmen en nieuwe toe te voegen. Altijd met oog voor de kansen van en voor de context. Loop voorop, wees proactief, ken je stad en kijk vooruit. Ver vooruit.”
“De grap is: zo’n verhaal ligt er al, tenminste, voor de binnenstad. Of het af en compleet is, vast niet, maar de aanzet is daar. Het verhaal is gemaakt voor en met input en prachtig voorwerk van de Groningen City Club, Marketing Groningen en – nota bene – de gemeente Groningen.
Het enige probleem is dat het ligt te verstoffen. Het wordt door bepaalde partijen onvoldoende op waarde geschat, weggezet als stadspromotie, geblokkeerd door persoonlijke agenda’s en opvattingen of gewoonweg niet gelezen. En dat terwijl juist zij die nu al met liefde aan de stad (willen) werken benadrukken dat dit het soort ambitie is waarop ze zitten te wachten.
Nog los van de energie die erin gestopt is, is dat verdomd jammer. Want als we iets nodig hebben in deze tijden, dan is het wel een verhaal dat uitdaagt, houvast biedt en laat zien wat een geweldige stad Groningen weer kan worden. Een trotse, eigenzinnige stad die droom en werkelijkheid niet in elkaar over laat lopen, maar van haar dromen werkelijkheid maakt.”
(Lees het volledige verhaal op de website van Gras. Foto boven: Gras, Janna Bathoorn).