Al een paar jaar gaat het over de wietproef. In 2017, ten tijde van kabinet Rutte III, wilde de overheid kijken naar de mogelijkheden voor de legalisering van de verkoop van cannabis. Met de proef wil de overheid onderzoeken wat de effecten zijn op criminaliteit, veiligheid en volksgezondheid.
De wietproef moet een oplossing bieden voor de achterdeurconstructie waar coffeeshophouders tot nu toe mee hebben gewerkt: de verkoop van wiet werd altijd gedoogd, maar het telen ervan was illegaal. Coffeeshophouders moesten hun wiet dus illegaal via de achterdeur inkopen.
Overgangsfase
Voor de proef zijn tien ‘staatstelers’ aangewezen die legaal wiet mogen verbouwen en leveren. Er is nu een zogenaamde overgangsfase: coffeeshopeigenaren krijgen drie maanden de tijd om over te stappen op legale wiet. In die drie maanden mogen ze dus zowel legale als illegale cannabis verkopen.
Of er genoeg legale wiet geteeld kan worden om alle deelnemende coffeeshops te voorzien, is nog de vraag. Uit een rondgang van Dagblad van het Noorden blijkt dat er bij alle Groningse coffeeshopeigenaren zorgen zijn of drie maanden genoeg zijn om volledig over te stappen op legale wiet.
In Breda en Tilburg begon de proef al in december, en leken de eerste resultaten positief. In Groningen doen alle twaalf coffeeshops mee aan het experiment.