Dat meldt RTV Drenthe. Als Arriva toestemming krijgt, dan zou de NS alleen nog de intercity’s tussen Groningen/Leeuwarden en de Randstad houden. De provincie Drenthe wil wel dat Arriva met stoptreinen van en naar Zwolle gaat rijden, maar alleen extra als toevoeging op de stoptreinen van NS.
Waar de noordelijke provincies bang voor zijn is de zogeheten ‘open toegang’ op het spoor. Tot nu toe geeft de rijksoverheid de concessie voor het hoofdspoorwegnet steeds aan de NS. De Europese Unie benadrukt het belang om op het hoofdspoorwegnet ook andere vervoerders toe te laten. Aan die open toegang zitten geen voorwaarden vast. Een vervoerder rijdt dan zonder subsidie, maar ook zonder verplichte afspraken over hoeveel treinen er rijden en hoe vaak. Daarnaast mag de vervoerder zelf bepalen wat een treinkaartje kost.
Treinkaartje niet duurder
Arriva deinst niet terug voor verantwoording over de stoptreindienstregeling in het Noorden. En een treinkaartje zal echt niet duurder worden dan het reguliere tarief in het openbaar vervoer, benadrukt regiodirecteur Jieskje Hollander van Arriva.
Ze somt op wat Arriva beter gaat doen dan de NS. “We gaan juist meer stoptreinen laten rijden en eerder en later op de dag rijden. In de spits willen we tussen Groningen en Zwolle sneltreinen toevoegen die stoppen in Assen, Hoogeveen en Meppel, zodat we in de spits daar ieder kwartier een trein hebben.” Ze vervolgt: “We rijden wat sneller dan NS. En bij een grote landelijke verstoring op het spoor kunnen wij bijna altijd gewoon blijven rijden, dat hebben we de afgelopen jaren wel laten zien.”
Op zondag wil de vervoerder tussen Groningen en Zwolle eerder beginnen met per half uur rijden. De NS doet dat nu vanaf drie uur ’s middags, Arriva wil dat vanaf elf uur in de ochtend.
Volgens hoogleraar mobiliteit en ruimtelijke ordening Henk Meurs kunnen er voor- en nadelen zitten aan het gunnen van de noordelijke stoptreinen aan Arriva. “Voor Drenthe en het Noorden komt er misschien een beter product, misschien wel tegen een goedkoper treintarief”, zegt hij tegen RTV Drenthe. “Maar voor reizigers die verder moeten dan Zwolle kan het lastiger worden. Arriva en NS moeten afspraken gaan maken over de aansluitingen en beide bedrijven kijken natuurlijk eerst naar hun eigen belangen. Wij wetenschappers vinden een aaneengesloten netwerk vaak zwaarder wegen dan alle voordelen.”
Het kan zijn dat de Tweede Kamer – vanwege de val het kabinet – besluit om het onderwerp controversieel te verklaren en de beslissing over de concessie uitstelt tot na de nieuwe Tweede Kamerverkiezingen. Ondertussen is de Europese Commissie een zogeheten ‘inbreukprocedure’ begonnen tegen Nederland, vanwege het onderhands toewijzen van de hoofdrailnetconcessie aan de NS, waardoor Arriva dus buitenspel staat. Volgens de Europese Commissie overtreedt Nederland met deze toewijzing de Europese mededingingsregels. Als Den Haag niet voldoet aan de vereiste stappen van Brussel, kan deze inbreukprocedure uiteindelijk leiden tot een rechtszaak bij het Europees Hof van Justitie.