Nieuws
OM eist voorwaardelijke straf tegen ‘zelfmoordconsulent’
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft dinsdagmiddag in Groningen een voorwaardelijke gevangenisstraf van tweehonderdvijftig dagen geëist tegen de Drentse ‘zelfmoordconsulent’ Willem M. Hij werkt bij Stichting De Einder die zich bezig houdt met het informeren en steunen van mensen die zelfmoord willen plegen.
Leestijd: 1 minuut
Volgens het OM heeft M. in april vorig jaar een 81-jarige Groningse geholpen bij haar zelfdoding. De vrouw kwam destijds door medicijngebruik en verstikking in haar woning om het leven. De 59-jarige M. was met drie andere personen aanwezig bij de zelfmoord. Hij zou onder andere een vuilniszak gecontroleerd hebben die de vrouw later gebruikte om zich te verstikken. Ook zou hij haar geholpen hebben bij de inname van medicijnen en alcohol. Hij speelde destijds volgens de officier een regisseursrol bij het geven van de instructies.De advocaat van M., mr. Willem Anker, bepleitte vrijspraak. Volgens hem heeft het openbaar ministerie zich schuldig gemaakt aan willekeur door de drie andere aanwezigen bij de zelfmoord niet te vervolgen. Zij zouden zelfs meer hebben bijgedragen aan de dood van de vrouw dan zijn cliënt. Ook diegene die een aantal benodigdheden voor de zelfmoord in huis had gehaald ging volgens hem ten onrechte vrijuit. “Dit is in strijd met het gelijkheidsbeginsel en valt niet uit te leggen”, aldus Anker.Het is in Nederland niet verboden om te informeren over zelfmoord. Wel is het strafbaar om middelen daartoe te verschaffen. Ook is het niet toegestaan om instructies te geven, want die strekken volgens de jurisprudentie ‘tot naleving’. M. heeft volgens Anker geen instructies gegeven. Hij zou slechts informatie hebben verstrekt en lijdzaam hebben toegezien hoe de 81-jarige vrouw zichzelf van het leven beroofde. Hij vindt dat de rechtbank in de zaak tegen M. een uitgelezen kans heeft om hulp bij zelfdoding juridisch beter af te bakenen.De rechtbank behandelde de zaak in een nieuwe bezetting. De vorige rechters waren gewraakt, omdat de president van de rechtbank kritiek had geleverd op de werkwijze van M. Hij noemde de werkwijze van Stichting De Einder ‘schimmig en obscuur’. Uitspraak 18 juni