Nieuws
Onderzoek naar haalbaarheid van grasverwerkingsfabriek
Een consortium van zeven bedrijven doet een haalbaarheidsonderzoek voor een eerste fabriek voor de verwerking van gras. Het onderzoek is een vervolg op het in juni afgeronde onderzoeksproject van AVEBE voor grasverwerking. Het consortium staat onder leiding van de Noordelijke Ontwikkelings Maatschappij (NOM).
Leestijd: 1 minuut
In het project wordt het verwerkingsproces van gras tot in detail onderzocht. Het pakket basis-producten dat uit de verwerking moet voortvloeien bestaat uit grasvezel (voor hoogwaardige toepassingen in de potgrondfabricage en breed toepasbaar constructiemateriaal), graseiwit en grassap-concentraat (beide geschikt voor diervoedertoepassingen).Het grote voordeel van het eiwitproduct is dat het een hoogwaardig eiwit is met weinig minerale last. Bovendien wordt de import van stikstof, fosforen kalium uit het buitenland beperkt door een reductie op de import vansojaschroot. Ook zal worden onderzocht of deze hoogwaardige eiwitten toepasbaar zijn in menselijke voedingsmiddelen. Potentiële afnemers tonen grote belangstelling voor dergelijke producten, met name door de positievemilieu-effecten van de procesvoering.Op grond van de resultaten van het onderzoek zal een businessplan wordenopgesteld. Eind 2001 moet het definitieve besluit voor de bouw van defabriek worden genomen. De eerst geplande kleinschalige fabriek zal 15 miljoen gulden gaan kosten, een tweede, grotere fabriek veertig miljoen. Samen zijn de twee fabrieken goed voor 100 directe arbeidsplaatsen.Naast de zeven bedrijven hebben diverse instanties hun medewerking toegezegd, waaronder LNV-Noord dat het concept van bio-raffinage vindt passen in de beleidsstrategie van het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Het hele project kost twee miljoen gulden. De zeven bedrijven delen de kosten.