Nieuws
Openbare Bibliotheek Groningen: gedwongen ontslagen door bezuinigingen
De Openbare Bibliotheek in Groningen moet medewerkers ontslaan en een van de filialen sluiten ten gevolge van bezuinigingen door de gemeente Groningen. Dat heeft het bestuur van de bibliotheek vanmorgen tijdens een persconferentie bekend gemaakt. Daarbij kondigde het bestuur meteen aan juridische stappen te nemen tegen de bezuinigingsplannen van B en W van Groningen.
Leestijd: 1 minuut
Bestuur en directie van de Openbare Bibliotheken in stad en provincie Groningen zijn zeer ongerust omdat ze van de gemeente te horen hebben gekregen dat ze voor volgend jaar tenminste 100.000 euro moeten bezuinigen. Maar daar blijft het niet bij. B en W werken nu aan een grote bezuinigingsoperatie waardoor er bij de dienst Onderwijs en Cultuur 10 miljoen euro bezuinigd zal moeten worden. De Groningse bibliotheek, die jaarlijks 4,5 miljoen euro subsidie krijgt, zal daar een forse bijdrage aan moeten leveren.‘De gemeente Groningen schendt alle gemaakte afspraken uit het jaar 2000, toen er een fusie tot stand kwam tussen de bibliotheek in de Stad en de Provinciale Bibliotheek. Er is toen schriftelijk vastgelegd dat er tot 2004 niets bezuinigd zou hoeven te worden. We zullen daarom nu alle juridische middelen inzetten om de gemeente aan die afspraken te houden’, zegt Gerrit Zock, voorzitter van het bestuur van de Openbare Bibliotheek Groningen.Maar mocht het niet lukken om de bezuinigingen af te wenden, dat zit er niets anders op dan sluiting van een van de filialen in de stad. De bibliotheek denkt dan aan de filialen Hoogkerk, Beyum of het Noorderbad. ‘De politiek mag dan uitmaken welk filiaal gesloten wordt’, zo vindt het bestuur van de bibliotheek.Van de Openbare Bibliotheek in de stad Groningen is 35 procent van de bevolking lid, oftewel 56.000 Stadjers. In de Ommelanden is ook 35 procent van de bevolking lid, oftewel 175.000 inwoners. Volgens de directie is het geen optie om het abonnementsgeld te verhogen omdat de tarieven in de provincie Groningen al tot de hoogste van het land behoren.