Deze indrukken blijven hangen na het lezen van het interview met Prins Constantijn in het Dagblad van het Noorden van zaterdag 14 januari. “Prins Constatijn mist ambitie in Noord-Nederland”, zo staat er als kop boven het artikel. Aanleiding voor het interview is het feit dat komende week het pop-evenement Eurosonic in Groningen wordt gehouden. In het kielzog daarvan is er ook een bijzonder programma waarin muziek en techniek elkaar ontmoeten. Prins Constantijn zal daarbij aanwezig zijn in zijn hoedanigheid als “special convoy” van TechLeap. Dat heette vroeger Start Up Delta, een organisatie die als taak heeft start-ups en scale-ups te stimuleren en zo een bijdrage te leveren aan de Nederlandse economie.
Op de vraag of Groningen haar reputatie heeft weten te behouden als dé plek waar digitale bedrijven zich vestigen, antwoordt hij: “Groningen is heel aantrekkelijk als stad, de stad heeft eigenlijk alles. Ik heb alleen nooit begrepen waar dat “Er gaat niks boven Groningen" vandaan komt. Want het houdt daar niet op, er gaat heel veel boven Groningen, je moet juist kijken naar Scandinavië, naar Duitsland. Daar ligt misschien veel meer voor het Noorden. Daar is veel meer te halen dan door vanuit het Noorden steeds naar de Randstad te kijken. In Berlijn ligt drie keer zoveel kapitaal als in Amsterdam. Daar moet je op focussen, veel meer dan op Amsterdam”.
Dat is vriendelijk gezegd, maar geen antwoord op de vraag of Groningen nog steeds dé plek is voor digitale bedrijven om zich te vestigen.
Op zichzelf is het overigens een goed idee om vanuit het Noorden de banden met Duitsland en Scandinavië aan te halen, al is dat in Groningen jaren geleden al bedacht: er gaan regelmatig delegaties vanuit Groningen naar Emden of Hamburg.
Waar het om gaat is dat de Prins niet onder de indruk lijkt van de onwaarschijnlijk krachtige ontwikkeling van de Groningse (kennis-)economie, de afgelopen decennia. Het lijkt er op dat hij dat gewoon niet weet. En dat Groningen zich wel degelijk kan meten met Amsterdam en Brainport Eindhoven.
Dankzij de aanwezigheid van RUG en Hanzehogeschool, met sterk IT onderzoek en sterke IT opleidingen, is er een florerende IT sector ontstaan met veel startups en bedrijven die zich richten op technologie als kunstmatige intelligentie, internet of things of blockchain.
Maar behalve sterk in IT is Groningen nu ook steeds sterker in de biomedische industrie. Op de Zernike Campus ontwikkelen zich belangrijke bedrijven op het gebied van biomedische technologie of Healthy Ageing. Binnenkort zal de Feringa-building er worden geopend, het vlaggenschip en een prachtig symbool van deze technologie. De Groningse universiteit staat van oudsher bekend vanwege de letteren- en sociale faculteiten, maar weinigen weten dat de technologische opleidingen er zeer hard zijn gegroeid en dat Groningen zich ook wat dat betreft kan meten met steden als Eindhoven en Delft. Biotechnologie is steeds meer een belangrijke motor achter de Groningse economie.
Dat Prins Constantijn daar niet zó van onder de indruk is, dat is goed mogelijk. Maar jammer is wel dat niet alleen Constantijn, maar ook veel Groningers zélf niet weten hoe positief de Groningse economie zich de afgelopen decennia zich heeft ontwikkeld. Het resultaat is een prachtige kennisstad die écht meetelt in het rijtje steden als Amsterdam, Eindhoven, Utrecht en Rotterdam, en de tijd van zielig doen en van Calimero, is voor Groningen echt al lange tijd voor bij.
Het is mooi gezegd dat Groningen minder naar Amsterdam en meer naar Berlijn zou moeten kijken. Maar misschien moeten ze in Amsterdam en Berlijn ook maar meer naar Groningen gaan kijken…