Nieuws

Provincie over de Miljoenennota: “Er moet boter bij de vis”

De provincie Groningen is voorzichtig positief over de Troonrede en de gepresenteerde Miljoenennota, maar: er moet boter bij de vis, ofwel: Den Haag moet ook met geld over de brug komen. “Je bent er niet met alleen warme woorden”, zegt commissaris van de Koning René Paas.


Leestijd: 1 minuut

Aardbevingsproblematiek

Dinsdag werd er in de Troonrede voor de negende keer over de aardbevingsproblematiek in Groningen gesproken. “Een twijfelachtige eer”, noemt gedeputeerde Susan Top dat. “Het onderstreept de uitkomst van de parlementaire enquêtecommissie nog maar eens.” Wel is ze te spreken over de bijzin die Koning Willem-Alexander eraan toevoegde, over dat het herstel in goed overleg moet worden uitgevoerd. “Dat goede overleg is voor ons ontzettend belangrijk”, zegt Top, “want we vinden dat wíj de regie moeten houden over wat hier gaat gebeuren.”

De gedeputeerden zijn verder blij en hoopvol dat er in de Miljoenennota aandacht wordt besteed aan onder andere het versterken van de brede welvaart, het aanpakken van armoede en de aandacht voor mentale problemen. Wel mist de provincie de focus op onder andere de circulaire economie, de visserij en de problematiek in Ter Apel. Ook noemden ze het ‘zorgwekkend’ dat het openbaar vervoer niet werd genoemd.

Geld voor Lelylijn blijft staan

Over de Lelylijn zeggen de Gedeputeerde Staten dat ze alert blijven. Uit de Miljoenennota blijkt dat het geld wel beschikbaar blijft, maar het staat volgens de provincie wel onder druk, omdat op andere gebieden wat betreft mobiliteit wel in budgetten is gesneden.

De provincie hoopt voor de komende tijd vooral dat geld uit Den Haag niet al te lang op zich laat wachten, want “de projecten hier gaan gewoon door”. Ook hopen ze dat alles niet teveel vertraging oploopt dor de val van het kabinet.

“Wat ik vooral vreesde, is vertraging op al die onderwerpen die geen uitstel dulden”, schreef Paas dinsdag al op LinkedIn. Hij doelt daarmee onder andere op de aardbevingsproblematiek. “Ik hoop vurig dat kabinet en Tweede Kamer de komende tijd de vaart er een beetje inhouden. Omdat de mensen die het raakt, geen uitstel kunnen verdragen.”