Nieuws
Shell-oplichting: twee jaar geëist tegen Groningse verdachten
Tegen twee mannen die onder meer vanuit Groningen een advertentiebureau leidden, is dinsdagavond voor de rechtbank in Groningen een celstraf van twee jaar geëist. De officier van justitie acht bewezen dat de twee zich schuldig hebben gemaakt aan valsheid in geschrifte, oplichting en het leiding geven aan een criminele organisatie.
Leestijd: 1 minuut
Ze zouden tussen 1997 en 1991 tientallen bedrijven in het hele land hebben opgelicht door het versturen van zogeheten spooknota’s, rekeningen voor nooit of in kleine oplage in marginale bladen geplaatst reclamewerk, en daarmee miljoenen euro’s hebben verdiend.Het lijkt erop dat de twee zich vertilden aan het grootste slachtoffer. Shell Nederland Chemie BV zou voor ruim een miljoen euro het schip zijn ingegaan, doordat de multinational veel geld betaalde voor niet of amper uitgevoerd advertentiewerk in tijdschriften en op internet. Het bedrijf liet zelf een kostbaar onderzoek uitvoeren nadat het onraad rook. Het duo werd uiteindelijk in de kraag gegrepen na onderzoek van de FIOD, die vervolgens vele slachtoffers waarschuwde, waaronder Shell Chemie.De officier nam de mannen hun houding tijdens de zitting kwalijk. Hij vond dat ze geen blijk gaven besef te hebben dat hun methodiek niet deugde. De verdachten startten zelfs een stichting tegen acquisitiefraude, de Stichting Gedupeerden Agressieve Advertentieverkopers (SGAA). Deze stichting was volgens getuigen bedoeld om concurrenten ‘om zeep te helpen’, volgens de twee zelf ging het om een poging eventuele klachten over soortgelijke bedrijven te verzamelen.De ondernemers verklaarden dat ze weliswaar hun zaak runden met het veelvuldig gebruik van valse namen en allerlei verschillende bedrijfsnamen voerden, maar dat ze niet de intentie hadden zich schuldig te maken aan illegale praktijken. Advocaat S. van Gessel deed er een schepje bovenop en stelde dat ‘er niet veel aan de hand was’ met de bedrijfsvoering. Ze legt in het geval van Shell een groot gedeelte van de verantwoordelijk bij de multinational zelf, die jarenlang zaken met de twee deed. Ze vindt dat het OM niet hard kan maken dat afgesproken diensten niet zijn verleend. Uitspraak 15 oktober.