Nieuws
Tempobeurs bemoeilijkt introductieweken Groningse en andere universiteiten
De meeste studentenorganisaties moeten steeds meer moeite doen om genoeg capabele mensen te vinden die de commissie- en vrijwilligersfuncties binnen de verenigingen willen vervullen. Niet alleen in Groningen.
Leestijd: 1 minuut
De strenge tempo- en prestatiebeurzen vergroten de prestatiegerichtheid van de studenten en temperen daarmee hun enthousiasme voor de veelal onbetaalde betrekkingen.Ook de meeste universitaire commissies die in augustus de introductieweken voor eerstejaars initiëren kampen hierdoor met problemen. Behalve een organiserend bestuur vragen deze evenementen de inzet van honderden vrijwilligers en eerstejaarsmentoren, maar veel studenten prefereren toch steeds vaker de broodnodige hertentamens.De tendens is merkbaar bij alle studentenverenigingen, beaamt P. Hermsen van de Leidse introductiecommissie. “Mentoren die de eerstejaars willen begeleiden zijn er genoeg te vinden; iedereen vindt het leuk om een week lang een feestje te bouwen,” aldus de woordvoerster. “Maar organisatorisch is de week slechts met veel moeite rond te krijgen.” Ook in Twente is de terugval onder de bestuursaanmeldingen merkbaar. “Vier jaar geleden meldden zich nog dertig man voor het bestuur”, aldus bestuurslid S. Dekker. “Dit jaar konden we slechts met moeite de zes bestuursposten invullen.”Om toch voldoende mensen te werven, proberen sommige universiteiten de studenten met ludieke acties aan te sporen tot deelname. Zo worden studenten in Groningen middels kassabonnen bij de drukbezochte Albert Heijn aangemaand zich te melden als vrijwilliger voor de introductieweek.In Amsterdam, waar het aantal plaatsen binnen het introductiebestuur wegens het tekort aan aanmeldingen van 13 naar 10 werd teruggebracht, werd recent getracht in de promotiecampagne in te spelen op de Big Brother-rage. “Maar het sloeg niet echt aan”, aldus coördinator E. Hartstra. “Je hebt nog altijd meer aan mond-op-mondreclame: in het bestuur zitten vaak vrienden van de oud-bestuursleden die hen lekker hebben gemaakt met enthousiaste verhalen.”