Het Groninger Museum vertelt met de tentoonstelling Hoe van Gogh naar Groningen kwam volgend jaar het verhaal van eigenzinnige Groningers en ondernemende studenten, die vanaf 1896 de moderne kunst naar het Noorden brachten. De tentoonstelling opent op zaterdag 30 november 2024.
De stad Groningen was eind negentiende eeuw een sprankelende plek, vol nieuwe gebouwen en nieuwe ideeën. Reizigers konden voor het eerst met de trein naar Groningen en op een nieuw hoofdstation uitstappen, de bevolking groeide, de stad breidde uit, de Stadsschouwburg werd gebouwd en het Groninger Museum voor Oudheden ontstond.
Om ook de kunstwereld flink op te schudden, organiseerden in 1896 en 1897 zes studenten van de Rijksuniversiteit Groningen – waaronder de later wereldberoemde historicus Johan Huizinga – acht opzienbarende tentoonstellingen in het Groninger Museum. Het bleek een sleutelmoment voor de ontwikkeling van de moderne kunst.
Vernieuwingsdrang
In Hoe Van Gogh naar Groningen kwam barst het van de personages die vol durf en experiment de tijdgeest en cultuur veranderden. Zo wordt in de tentoonstelling – net als in 1896 – werk getoond van Jan Toorop, Belgische symbolisten en Franse prentkunstenaars, waaronder Henri de Toulouse-Lautrec: allemaal vernieuwers binnen de bestaande kunstorde.
Invloedrijke Groningse hoogleraren, zoals Gerard Heymans, begonnen daarna op advies van ‘kunstpaus’ H.P. Bremmer kunst van Van Gogh te verzamelen. Docenten van kunstacademie Minerva zagen tenslotte het belang van Van Gogh en gaven het door aan kunstenaars van De Ploeg. Het bleek een essentiële impuls voor het kleurrijke De Ploeg-palet.