Nee, een cafetaria is het niet. Een luxe cafetaria dan? Ook dat dekt de lading niet. “Een patatspeciaalzaak?” oppert Danique Roorda, die samen met haar broer eigenaar is van de Frietwinkel in de Folkingestraat. Een gewone frietzaak is het in ieder geval allerminst. Hier geen tl-verlichting en harde kunststof kuipstoeltjes, maar houten tafels, comfortabele stoelen, veel groen en gezellige verlichting. “Een plek waar je knus en op je gemak even een patatje kunt eten.”
En dat was precies wat de vader van Danique en Lenn in zijn hoofd had, toen hij in 2016 de Frietwinkel opende. Hij overleed in 2019 en zijn zoon Lenn nam toen het stokje over. Een paar jaar later stapte ook Danique in de zaak. Niet voor het eerst hoor, benadrukt ze. “Tijdens mijn studententijd werkte ik hier al als bijbaantje, en na mijn afstuderen ben ik nog een tijdje bedrijfsleider geweest. Toch wilde ik eerst verder kijken, en ergens in loondienst, voordat ik eigenaar zou worden.”
Plakplastic op de ramen
De Frietwinkel heeft van meet af aan een plekje gehad in de Folkingestraat, op de hoek met de Nieuwstad. “Overlast? Echt amper. Wat voor ons heel fijn is, is dat de Nieuwstad sinds kort verboden terrein is voor auto’s. Daardoor rijden er nu geen auto’s meer voor de deur langs, dat is wel heel prettig.” En ja, wat betreft het uitzicht op de dames van lichte zeden: “We hebben aan die kant van de zaak plakplastic op de ramen geplakt. Dat scheelt iets. Maar ik denk ook: het hoort er toch ook gewoon bij?”
Bij de Frietwinkel worden er wekelijks vele zakken patat verkocht, gemaakt van Groningse en Friese ‘piepers’. De frieten zitten in een speciaal ontworpen zakje, met daarop typische Groningse elementen zoals de Martinitoren en het Peerd van Ome Loeks. In de zak zit een klein minizakje, speciaal voor de saus. Danique: “Dan wordt het niet zo’n kliederboel. ‘Less is more’ is het motto van Danique en Lenn, dus de keuze aan snacks is beperkt. Uiteraard wel de klassiekers als de frikandel en kroket, aangevuld met locals als de eierbal en de eigengemaakte stoofvlees en pulled chicken. Ook aan de veganklant is gedacht, met onder andere een bospaddenstoelenkroket en vegan mayonaise.
Opa
De Frietwinkel is een echt familiebedrijf. Broer en zus staan aan het roer, maar ook ‘opa’ komt nog geregeld langs. “Dat is de vader van mijn vader. Hij is al bijna 90 maar hij vindt het leuk om hier af en toe een beetje te helpen en op die manier bezig te blijven. Aan collega’s stelt hij zich dan ook voor met ‘opa’. Hij is hier zo vaak: voor vaste klanten is hij een bekend gezicht.”
Je bent lid van de GCC. Wat levert dat op voor jou?
“Ik ben natuurlijk nog maar relatief kort ondernemer, dus het leek me goed om ook eens naar bijeenkomsten van de GCC te gaan. Dat heb ik inmiddels een paar keer gedaan. Om andere ondernemers te ontmoeten en misschien te sparren over zaken je als ondernemer tegen aanloopt. Dat laatste kwam er toen niet van, maar ik heb wel een paar leuke ondernemers ontmoet, en ook een hele gezellige avond gehad.”
Waar loop jij dan tegenaan?
“Het vinden van personeel is soms nog wel lastig. Voor de avonden en de weekenden zijn er altijd wel studenten die een leuke bijbaan zoeken, maar mensen voor overdag vinden is nog wel een uitdaging. Ik ben daarom destijds ook naar de speeddates van de Banenwinkel in de Zwanestraat geweest. Een supergoed initiatief, maar het heeft toen helaas niks opgeleverd. Of we nu nog vacatures open hebben staan? Alleen voor ‘sluitdiensten’, maar verder niet, gelukkig!”
Er worden door de GCC verschillende evenementen georganiseerd. Pluk je daar de vruchten van?
“Absoluut. Zodra het druk is in de stad, is het bij ons ook een stuk drukker. Begin oktober waren de Groninger Marktdagen; daar komen altijd heel veel Duitsers op af. Dus ja, op zulke dagen hebben wij ook heel veel Duitsers in de zaak.
Waar ik ook heel blij mee ben is de sfeerverlichting boven de straten. Hier ziet er dan meteen een stuk gezelliger uit.”
Dit artikel verscheen ook in de Cityscoop, een uitgave van de Groningen City Club.