Wonen

Glaudé Panden aan Hereweg kwijnen langzaam weg

Wie over het Herewegviaduct naar de binnenstad van Groningen wandelt komt langs de fraaie, maar langzaam vervallende ‘Glaudé-panden’. De toekomst van deze panden is ongewis. Maar iedereen zal het er snel over eens zijn: Groningen moet er álles aan doen om deze schitterende, maar verloederende panden te behouden.


Leestijd: 2 minuten

Glaudé Panden aan Hereweg kwijnen langzaam weg
Glaudé Panden aan Hereweg kwijnen langzaam weg

Het oudste gedeelte van het huidige pand is gebouwd rond 1862. Daarmee is het een van de oudst bewaard gebleven gebouwen aan de Hereweg.

In 1989 werden de Glaudé panden aangekocht door de gemeente Groningen met het idee om ze te slopen. De plannen waar de sloop voor nodig was gingen echter niet door. In afwachting van nieuwe ontwikkelingen kregen de panden anti-kraak bewoners. Doordat er nog maar zeer minimaal onderhoud werd verricht, raakten ze steeds meer in verval.

Maar in het jaar 2017 deed Hans van der Heijden, Architect,  een onderzoek naar de vraag of de panden alsnog behouden zouden kunnen worden. Hij deed het onderzoek in opdracht van de gemeente Groningen in het kader van de manifestatie Wonen in Stadshart, 2016-2017.

Hij stelde voor om de karakteristieke panden te behouden, maar wel onderdeel te laten worden van een grootschaliger nieuwbouwproject. Dat betekent dat er áchter de panden nieuwbouw zou kunnen komen.

“Het hoekgebouw aan de Hereweg wordt gesloopt om de voormalige theekoepel opnieuw vrij in de stedelijke ruimte te zetten. Daarmee blijven de historische gebouwen behouden voor het kenmerkende karakter van de Hereweg als invalsweg van Groningen. De uitbreidingen van de Glaudé Panden zorgen voor een schaalsprong die het ensemble in de grootschalige dynamiek van het stationsgebied past. Daarvoor is het nodig om de Glaudé Panden stedenbouwkundig opnieuw te positioneren. Dat gebeurt door een driehoekig stadsblok dat de historische diagonalen van de verdwenen vestingwerken volgt.”, aldus Van der Heijden.

“Het is te overwegen om de nieuwbouw en restauratie in dit stadsblok in verschillende snelheden te ontwikkelen. Het ene deel kan prima via institutionele partijen (grotere beleggers en ontwikkelaars) ontwikkeld kunnen worden, de andere delen kunnen juist goed door kleine investeerders of particulieren ontwikkeld kunnen worden. Een menging van ‘groot geld’ en ‘klein geld’ is goed voorstelbaar.”

Het wachten is nu op een definitief besluit over de toekomst van de panden. De gemeente zou daar niet te lang mee moeten wachten, de verloedering slaat nu toe. In elk geval lijkt het moeilijk voor te stellen dat er alsnog gekozen wordt voor een optie waarbij de markante panden gesloopt zouden worden.