Wonen

Grote bedenkingen bij Grote Markt-plannen

Charles Vlek, Omgevingspsycholoog, uitte dinsdagavond in het Kruithuis zijn grote bedenkingen ten opzichte van de plannen voor de Grote Markt. Hieronder passages uit zijn betoog:


Leestijd: 3 minuten

‘B&W, Multi Vastgoed en architect Coenen maakten een plan. Het werd een ‘Grote Markt Koopcentrum’, ontwikkeld vanuit Coenens visie op “het verkeer als spil van de ruimtelijke organisatie.” Dat sluit aan op de voortwoedende weerstand van de winkelbedrijven tegen het autoluwe centrumbeleid van B&W. Met de parkeergarage zou de auto weer terug zijn van weggeweest. Helaas is er geen toverfee die de geplande metamorfose in één nacht kan voltrekken. De negatieve kanten van het plan (inclusief de kosten) worden door de ontwerpers enigszins versluierd. Verbouwing en ruimtelijke herinrichting kúnnen een prachtig resultaat opleveren. Maar de vraag is of Groningen de tijdelijke en blijvende lasten ervan kan en wil dragen. De bedenkingen zijn van verschillend kaliber.Sociaal-culturele bedenkingen. Met Grote Markt Koopcentrum gaat Groningen voor(t) in de wedloop van de groei-economie. Méér materiële productie en consumptie. Méér competitie, efficiëntie, mobiliteit, haast, oppervlakkigheid, ‘zapcultuur’.Economische bedenkingen. Grote Markt Koopcentrum wordt een magneet voor koopkrachtige consumenten van buiten: uit de regio, Noord-Nederland en naburig Duitsland. De toegenomen zuigkracht van de stad is mooi voor de Groningse winkelbedrijven. Maar Grote Markt Koopcentrum is concurrerend voor andere plaatsen – Assen, Delfzijl, Drachten, Hoogezand, Winschoten – die met eigen winkelcentra zelfvoorzienend proberen te blijven. Ook binnen de stad zelf werkt het centraliserend ten opzichte van andere winkelcentra – Helpman, Overwinningsplein, Paddepoel, Lewenborg – en de winkelstraten tegen de diepenring aan.Verkeerskundige bedenkingen. De Achilleshiel van ‘Nieuwe Noordzijde’ is de aan- en afvoer van de massa klanten die nodig zal zijn om het uitgebreide winkelbestand te laten renderen. Die klanten moeten wel van heinde en verre komen, want anders zijn het er nooit genoeg. Velen zullen dus géén ‘runshoppers’ zijn die binnen één of twee uur weer vertrekken. De ‘programmatische voorwaarde’ van de grootwinkelbedrijven is dat Grote Markt Koopcentrum direct toegankelijk moet zijn per auto. Daarom verlangen ze een grote parkeergarage onder de Grote Markt. De aanname hierbij is dat de klantentoeloop zónder parkeergarage aanzienlijk minder (koopkrachtig) zal zijn. Deze aanname is niet op zijn realiteitswaarde getoetst. Wél aannemelijk is dat, áls er een centrale parkeerruimte komt, deze ook druk zal worden gebruikt: elk aanbod schept zijn eigen vraag. Een parkeergarage blokkeert ook meteen, en voorgoed, een lange-termijn beleid gericht op de volgens B&W zo noodzakelijke auto-alternatieven zoals sneltram, fiets en citybus.De échte uitdaging voor B&W is om een visionair plan uit te werken voor duurzaam verkeer en vervoer, zónder de auto in het hart van de stad. Milieukundige bedenkingen. De Grote Markt en omstreken zal jarenlang het centrum zijn van sloop-, graaf- en bouwoverlast met alle zware machines en transporten vandien. Locaal-egoïstische bedenkingen. Het hart van de stad wordt overhoop gehaald. De onmiddellijk gedupeerden zijn marktkooplieden, kleine ondernemers en omwonenden. Besliskundige afsluiting. Vernieuwing van de noordwand is een prestigieuze, economisch-beloftenvolle, maar volgens sommigen onnodig grootschalige zaak. De ‘programmatische voorwaarde’ van een parkeergarage berust op nog ongetoetste veronderstellingen en komt over als een vervelend drukmiddel van machtige marktpartijen. Er dient een andere vraagstelling voor het referendum te komen.1. “Kunt u instemmen met een vernieuwing van de noordwand van de Grote Markt (tussen Oude Boteringestraat en Kreupelstraat) volgens het plan-Coenen?” 2. “Zo nee: Wilt u dat een minder vergaande vernieuwing van de noordwand wordt uitgevoerd?” 3. “Kunt u instemmen met de bouw van een parkeergarage onder de Grote Markt?”4. “Zo nee: Accepteert u dat de vernieuwing van de noordwand dan minder vergaand zal zijn? Uit de beantwoording zal duidelijk worden waaraan de Groninger kiezers de voorkeur geven, zónder te worden gedwongen tot acceptatie van een ‘programmatische voorwaarde’.