Wonen

Jury: ‘Wall House niet actueel; CiBoGa fijnzinnige relatie tussen architectuur en de stedenbouw’

De vakjury die ter gelegenheid van de Dag van de Architectuur een oordeel moest vellen over de nieuwste architectuur in Groningen complimenteert de gemeente Groningen voor het realiseren van The Wall House. Tegelijkertijd is die jury van mening dat The Wall House minder interessant is omdat het een gebouw is dat dertig jaar geleden al werd ontworpen en nu pas gebouwd. De vakjury is wel zeer onder de indruk van het CiBoGa-complex. Dat staat allemaal in het jury-rapport dat vandaag integraal te lezen is in de bijlage ‘Wonen’ van de Groninger Internet Courant.


Leestijd: 8 minuten

Op woensdag 19 juni kwam de vakjury – bestaande uit Hilde de Haan (publicist, architectuur criticus Volkskrant), Simone Drost (architect, Rotterdam), Maarten Schmitt (stadsstedebouwer Den Haag) Hans Achterbosch (architect, Leeuwarden)- rond het middaguur bijeen in de School van de Architectuur. Het doel was om in één middag alle vijftien geselecteerde gebouwen te bekijken.Alvorens op pad te gaan kregen wij een korte toelichting van datgene wat van ons verwacht werd. Het belangrijkste is dat wij als jury volledig vrij zijn om te bepalen op basis van welke criteria we de gebouwen willen beoordelen. Wij hoefden geen uitvoerige beoordeling van alle gebouwen te maken, maar slechts te komen tot een lijst met de drie beste gebouwen. Bovendien moesten wij uit deze lijst één gebouw kiezen dat in onze ogen ‘het mooiste gebouw uit het opleveringsjaar ’2001/2002′ is.De jury zag geen reden om van te voren uitgebreide criteria op te stellen, maar besloot zich door het aanbod van de twintig gebouwen daarin te laten leiden.De zonnige en aangename rondrit door de stad eindigde na ruim vijf en een half uur in een restaurant in de binnenstad. Hier zouden wij, tijdens het eten, besluiten welke gebouwen van de vijftien genomineerden volgens ons het meest interessant zijn. De procedure die we daarbij hanteerden was eenvoudig. Ieder jurylid stelde zijn voorkeurslijstje van drie gebouwen op. Deze werd vervolgens aan de andere juryleden voorgelegd. De gebouwen waarover overeenstemming was kwamen op de definitieve lijst, over de gebouwen die slechts door een of twee van de juryleden werden voorgedragen werd gediscussieerd totdat er overeenstemming was. Vervolgens werd uit deze lijst de uiteindelijke winnaar vastgesteld.Een pleidooiBij het beoordelen van de gebouwen voelde de jury zich voor een moeilijke afweging gesteld. In de lijst van genomineerde gebouwen bevindt zich een project dat zich, om verschillende redenen, onderscheidt van de overigen: het Wall House #2. De grote betekenis van dit project voor de discipline van de architectuur staat buiten kijf. Vanuit die invalshoek ligt het voor de hand het Wall House te bekronen. Tegelijk betreft het een project dat feitelijk al dertig jaar bestaat, althans op papier. Voor het feit dat het nu daadwerkelijk gerealiseerd is verdient de gemeente Groningen een compliment. Het Wall House is in de lokale context de bekroning van een lange reeks van jaren waarin de gemeente Groningen, maar ook architecten, corporaties, aannemers en ontwikkelaars zich hebben willen inzetten voor een architectuur die betekenis heeft voor de stad en de stedelijke samenleving, of die dat op z’n minst aan de orde wil stellen. Het Wall house is allesbehalve een gewoon project. Het is een mijlpaal in de architectuurgeschiedenis, een prototypische uitkomst van een onderzoek naar de betekenis van het ‘wonen’ en naar het begrip ‘house’. Tegelijk heeft het Wall House #2 als architectonisch experiment geen actuele waarde. Voor het hedendaagse architectuur debat voegt het gerealiseerde Wall House niets toe aan datgene wat de papieren versie al aan de orde stelde. Bovendien is dit Wall House zeker geen compromisloze uitvoering van het concept dat Hejduk voor ogen stond. Het Wall house aan het Paterwoldse meer is de neerslag van een buitengewoon fascinerend ‘papieren experiment’ in een op onderdelen slecht uitgevoerde vorm. Aan de kritiek die de jury over de uitvoering heeft wil deze haar oordeel niet ophangen, ze ziet ook in voor wat voor een bijna onmogelijke opgave de uitvoerenden zich gesteld wisten. Waar het om gaat is dat het Wall house #2 zich naar het oordeel van de jury onttrekt aan iedere gangbare ordening of selectie. Daar komt nog bij dat de betekenis van het daadwerkelijk realiseren van dit project aan waarde inboet door het feit dat het Wall House #2 nu geen bestemming lijkt te hebben. Laat staan wanneer dit publieke culturele erfgoed feitelijk zou worden geprivatiseerd door de verkoop aan een vermogende liefhebber van een bijzonder (tweede) stulpje.In plaats van een beoordeling wil de jury aan het Wall house #2 een pleidooi wijden, een pleidooi om na te denken over de wijze waarop het gerealiseerde Wall House #2 een nieuwe betekenis kan krijgen, door het nadrukkelijker te verankeren in de actuele stedelijke ambities van de stad. Er is volgens ons een gebruik denkbaar dat aansluit op het evidente belang van het Wall House #2 voor de geschiedenis van de architectuur en tegelijk een bijdrage levert aan de actuele stedelijke (culturele en architectonische) ambities van de stad. Zou het niet geweldig zijn als het Wall House bijvoorbeeld gaat functioneren als een guesthouse vergelijkbaar met huis Meudon in Parijs, waar talentvolle studenten, gerenommeerde kunstenaars, architecten of wetenschappers tijdelijk kunnen verblijven, op voorwaarde dat ze iets van hun kennis en ervaring, van hun opvattingen en denkbeelden teruggeven aan de stad?Niet voordat een idee als dit gerealiseerd wordt; pas als het Wall House een betekenis krijgt die verder reikt dan het gebouwde project alleen, alleen dan heeft het volgens deze jury zin het Wall House te bekronen.De uitslagDan blijven er nog 14 kandidaten over die wel meedingen naar de titel ‘het mooiste gebouw van Groningen’. De vakjury constateerde wederom dat een drietal panden, hoewel zij geen aanspraak kunnen maken op een status aparte, toch een bijzonder fenomeen vertegenwoordigen. Dit zijn de panden die zijn voortgekomen uit de laatste grote culturele manifestatie die Groningen opzette: Blue Moon. Aan de panden in de Lutkenieuwstraat, Achter de Barakken en de Kleine gang ligt eenzelfde ontwerpopgave ten grondslag. Het zijn alledrie kleine stedelijke locaties waar aan de vraag naar een bijzondere combinatie van wonen en werken werd toegevoegd die niet volledig onafhankelijk van elkaar de ruimtelijke indeling zou bepalen. In deze gezamenlijkheid zag de jury geen reden om de Blue Moon panden anders te beoordelen. De overige 11 panden op de lijst delen geen gezamenlijke doel of ontwerpopgave. Zij vormen tezamen een doorsnede van de Groninger bouwproductie van het seizoen 2 001-2002.De derde plaats is voor het project Westerhaven, ontworpen door Karelse en van der Meer Architecten. Het complex is met een sterk stedenbouwkundig gebaar en op overtuigende wijze ingepast in de omgeving. Zowel in schaal als in verhoudingen voegt het gebouw zich fraai in de binnenstad en levert het nieuwe en aangename openbare ruimten op. Ook op architectonisch niveau is het bureau er in geslaagd dit voor de binnenstad belangrijke gebouw – o.a. met winkels, woningen en een parkeergarage – op effectieve wijze vorm te geven. Met name de ordenende werking en de vormgeving van de galerij aan de oostzijde en het reliëf in de geveldetaillering werd gewaardeerd. Minder overtuigd is de jury van de wijze waarop het gebouw een plek wil creëren langs het water van de Zuiderhaven. Het stadsbalkon dat hier moet komen ligt er nu niet alleen onverzorgd bij, het is veel te grootschalig, gezien de maat van het voorliggende parkje en lijkt vooral ook een wat loos gebaar.Op een lager schaalniveau, maar zeker met dezelfde kwaliteit zijn Foreign Office Architects erin geslaagd een mooi gebouw te maken. Het pand in de Grote gang maakt op een extreem abstracte wijze deze niet voor de hand liggende plek openbaar. Daarom heeft de jury FOA op de tweede plaats gegeven. Het concept van het gebouw beweegt zich tussen een silo -een verticale bedrijfshal- en het werk van de kunstenaar ‘Donald Judd’. De relatie tussen de ‘short-stay’ functie van de appartementen en de vormgeving van de gevel is intrigerend. De gevel fungeert als een semi-permanent gordijn dat de noodzaak van vitrage wegneemt. En wie neemt er dan ook zijn gordijnen mee, als hij zijn koffers pakt voor een verblijf van twee maanden in het buitenland?? Dat het pand ook zijn tweede functionele belofte zal gaan inlossen draagt bij aan de waardering. Waar het Blue Moon pand in de Achter de barakken nog steeds geen exploitant heeft bedongen is FOA’s creatie daartoe blijkbaar wel uitnodigend genoeg. Hoewel de materialisatie kwetsbaar is, de geperforeerde panelen zijn niet bestand tegen het omringende parkeergeweld toont FOA dat zij in een betrekkelijk korte tijd, in een onbekend land en cultuur en met een bijzondere opgave, een mooie toevoeging aan de stad Groningen hebben gerealiseerd.De winnaarDe eerste plaats werd hoewel in eerste instantie niet unaniem uiteindelijk toch met grote overeenstemming toegekend aan Schots 1 en 2 van het Cibogaterrein. Dit project van het in Amsterdam gevestigde architectenbureau S333 werd gekozen omdat het een bijzonder fijnzinnige relatie legt tussen architectuur en de stedenbouw. Op deze plek waar de traditionele gesloten bouwblokken van de Korrewegwijk de 19e eeuwse stad ontmoeten is S333 erin geslaagd om een ontwerp te maken dat daar niet als een barrière tussenin ligt maar dat communiceert zonder een eigen identiteit te verliezen. Hoewel de ‘schots’ een betrekkelijk nieuw verkavelingtype is, is dat geen garantie voor een geslaagde invulling. Schots 1 en 2 zijn dat zeker wel. De architectonische opbouw getuigt van een gelaagdheid en opbouw in het denken over stedelijk wonen, intimiteit, openbaarheid en groen. Deze gelaagdheid is afleesbaar maar niet obligaat. Dit veelbelovende karakter is ook in de architectonische detaillering en het spannende materiaal gebruik doorgezet. De toekomstige ‘groene gevels’ waarmee een poging wordt gedaan om de kwaliteiten van het Noorderplantsoen te verlengen in de toekomstige woonbuurt tonen dat een veelzijdigheid aan ambities en een experimentele grondhouding, met de juiste inzet, een ontwikkelingsproces van bijna 10 jaar kunnen overleven. Het was immers in 1993 dat S333 deze Europan II in de wacht wist te slepen en na drie Voorlopige ontwerpen en drie definitieve ontwerpen hun ontwerpen gebouwd zien worden. Daarin ligt ook een bijzonderheid verscholen, schots 1 en 2 zijn voor het toen nog betrekkelijk onervaren architectenbureau de vleeswording van een eigen groeiproces.