Bereikbaarheid & Mobiliteit

Zakelijk reizen zonder auto: “Lekker een podcast aan”

Als manager bij Verslavingszorg Noord-Nederland (VNN) reist Martin de Boer zowat de hele provincie door. Liefst op zijn speedpedelec en anders met de bus of trein, en dan het laatste stukje met de OV-fiets. “Ik vind het heerlijk: de variatie in het reizen, maar ook de vergezichten onderweg, het kunnen lezen en het luisteren van muziek en podcasts”, zo meldt de Groninger Ondernemers Courant.


Leestijd: 2 minuten

De Boer had jarenlang twee auto’s voor de deur staan, maar besloot twee jaar geleden dat het welletjes was. Een auto ging eruit, en in plaats daarvan schafte De Boer een speedpedelec aan.

De manager woont in Groningen, maar moet sowieso eenmaal per week naar Leek. Dat doet hij standaard op de fiets, weer of geen weer. “Warme handschoenen, waterdichte fietstassen, een regenpak, beschermhoezen voor mijn schoenen, zelfs winterbanden: ik ben overal op voorbereid.”  Liefst pakt hij elke keer een andere route. “Dat zorgt voor afwisseling. Er zijn wel tien manieren om van mijn huis naar Leek te fietsen.” Al heeft De Boer ondertussen wel een favoriet: de route dwars door de Onlanden, en dan ’s ochtends vroeg de zon zien opkomen.

Behalve naar Leek moet de manager ook regelmatig naar plekken als Hoogezand, Delfzijl, Stadskanaal en Winschoten. “Als het een beetje redelijk weer is, ga ik ook naar Hoogezand op de fiets. Naar de andere locaties ga ik met het openbaar vervoer. Meestal met de bus, maar soms ook wel met de trein. Voor het allerlaatste stukje pak ik dan een OV-fiets.”

‘Een verademing’ vindt De Boer zijn manier van reizen. “Tot twee jaar geleden stapte ik ’s ochtends in de auto, deed ik de radio aan, en stapte ik even later weer op de plek van bestemming weer uit.” Hoe anders zien zijn reizen er nu uit. “Elke dag, elke reis is weer anders. En ondertussen luister ik een podcast of naar muziek of ben ik aan het bellen. In de trein en bus ga ik vaak nog even aan het werk. Die variatie vind ik heerlijk.”

De Boer fietst zo’n 100 kilometer per week, allemaal kilometers die hij anders in de auto had gezeten. “Ik hoor wel eens van collega’s dat ze me stiekem benijden. Snap ik best, denk ik dan, jullie zitten altijd maar in de auto.” Nee, dan liever buiten. Helm op en gáán. “Het is nog gezond ook. Althans, gezonder dan gewoon zitten. Het is misschien niet héél inspannend, maar een beetje toch wel.”