Economie

Groningen wil tweehonderd gesubsidieerde banen behouden

Het Groninger college van burgemeester en wethouders wil 200 gesubsidieerde banen tot 1 januari 2015 in stand houden. Met deze maatregel en de extra inspanningen zetten Burgemeester en Wethouders zich in voor de toekomst van de werknemers die momenteel op een gesubsidieerde werkplek zitten


Leestijd: 2 minuten

De 200 banen leveren daarnaast een bijdrage aan het behouden van cruciale onderdelen van de maatschappelijke infrastructuur van de stad. Het idee voor het 200 banenplan is ontstaan naar aanleiding van het banenplan dat negen werkgevers met veel gesubsidieerde werknemers, dit voorjaar bij het college hebben ingediend. Op korte termijn komt het college met een voorstel op welke plekken het 200 banenplan wordt ingezet.

De rijksbezuinigingen maken herziening van het huidige re-integratie en participatiebeleid onontkoombaar. In het bijzonder op het gebied van de gesubsidieerde arbeid. Verreweg het grootste deel van het flexibel re-integratiebudget geeft Groningen uit aan gesubsidieerde arbeid: in 2011 gaat tweederde deel naar gesubsidieerde arbeid (inclusief uitvoeringskosten) voor 1500 mensen, terwijl er daarnaast 8000 mensen met een bijstandsuitkering zijn.

Met afnemende budgetten kiest het college voor een evenwichtiger verdeling van het geld voor alle doelgroepen. Daarom houdt het college vast aan het geleidelijk afbouwen van de gesubsidieerde arbeid tussen 1 juli 2012 en 1 januari 2015. Het college is zich ten volle bewust van de verantwoordelijkheid die het heeft voor Stadjers met een gesubsidieerde baan.

Wethouder Elly Pastoor: “We willen voorkomen dat de zwakkeren in de stad onevenredig hard door de bezuinigingen worden getroffen. Werk en scholing zijn belangrijk om mensen de regie op hun eigen leven te kunnen voeren. Activering is belangrijk om te voorkomen dat mensen aan de kant komen te staan. Dat willen we in Groningen niet. Ik benadruk dat ons 200 banenplan vooral voor de mensen die al geruime tijd aangewezen zijn op gesubsidieerde arbeid belangrijk is. Het gaat niet alleen om het in stand houden van de maatschappelijke infrastructuur in de stad. Ik zie het plan als een opmaat voor een brede aanpak van de werkgelegenheid voor hen die aangewezen zijn op gesubsidieerde arbeid. Dat wil ik doen met alle betrokken instellingen, organisaties en het bedrijfsleven. We moeten echt alle zeilen bijzetten om er voor te zorgen dat iedereen mee kan doen in onze stad. Dat is gezien alle bezuinigingen die vooral de kwetsbare groepen zullen treffen, de opgave waarvoor we nu staan.”