Economie

Jan Akkermans en Marloes Hemmel: plannen voor derde en zelfs vierde hotel

De ambities van Jan Akkermans en Marloes Hemmel van Garde Hotels spatten ervan af. Tien hotels over tien jaar, dat is de stip op de horizon. Een volgende stap in die richting lijkt aanstaande: ze zijn momenteel druk bezig met de plannen voor een derde en misschien zelfs vierde hotel. “Dit geeft echt zoveel power. We willen stappen maken, en snel ook”, zeggen ze in de Groninger Ondernemers Courant.


Leestijd: 6 minuten

In 2021, bij de opening van hun eerste hotel, Corps de Garde in de Oude Boteringestraat, wonden ze er al geen doekjes om: hun ambities zijn skyhigh. En dat bleek, al binnen een jaar waren ze ook eigenaar van Hotel Halbert, even verderop in de straat, én van fine dining-restaurant Blumé, samen met chef-kok Henrice Dijks. Vorig jaar namen ze ook nog het Groninger Gidsenteam over, bestaande uit meer dan 15 stadsgidsen. Past perfect in de groeistrategie van Garde Hotels: “Nu hebben we een totaalaanbod voor een weekendje weg.” 

Hotel Halbert, op een dinsdagochtend in juni. In Tjall – een mix van een lichte tuinkamer en een gezellig stadscafé – is het ontbijt net opgeruimd. De vergaderruime wordt in gereedheid gemaakt voor een zakelijke meeting die er rond lunch gereserveerd staat. Bij de receptie meldt zich een Duits gezin om uit te checken. Ze zijn drie nachten geweest. Twee vriendinnen met rolkoffertjes staan ondertussen klaar voor hun citytrip.

Twee hotels, in dezelfde straat? Het heeft alleen maar voordelen, vertellen de ondernemers even later. “Het biedt veel mogelijkheden, ze versterken elkaar”, zegt Jan. Corps de Garde heeft 19 unieke, monumentale kamers zit in het voormalig wachthuis voor militairen en stadwachters. Hotel Halbert is wat groter, 66 kamers, óók een boetiekhotel, maar beschikt ook over familiekamers, en grenst aan Blumé. Inmiddels werken er bij de hotels zo’n veertig mensen. “We werken veel met hetzelfde team. Als het druk is, springt er makkelijk iemand van het andere hotel bij. En ook qua inkoop, marketing en boekingssystemen biedt het alleen maar voordelen; we hoeven niet steeds het wiel opnieuw uit te vinden.”

En dan dus mogelijk nog een derde hotel in Groningen? Hoe mooi zou het zijn. Een volgende, logische stap richting hun ultieme doel: tien hotels in tien jaar. Over de locatie van het hotel kunnen ze – ‘zo jammer!’- nog niks zeggen: de handtekeningen waren bij het ter perse gaan van deze krant nog niet gezet. Een tipje van de sluier dan? Ergens onder de rook van de stad? Jan houdt de spanning er nog even in. Met een knipoog: “Ja, in Groningen en ja, op een fantastische locatie.” Het moet een echte ‘klapper’ worden, zo omschrijft hij. “Qua locatie, qua kamers, qua uitstraling en ook op culinair gebied, echt de overtreffende trap.”

De plannen zijn serieus, zo blijkt wel. Redelijk concreet ook, maar anderzijds: er is nog een lange weg te gaan. “Het zou mooi zijn als in 2028 of 2029 de deuren open kunnen.” Het ontwikkelen van nieuwe hotels, het is voor Jan ‘de kern van ondernemen’, zo omschrijft hij. “Zulke plannen maken, daar krijg ik echt energie van. En het leuke: we worden ook steeds vaker benaderd met de vraag of we interesse hebben in een nieuw project. Dat is gaaf. Want we willen echt stappen maken.”

“Met gastvrijheid maak je het verschil”

En dan te bedenken dat ze pas 4 jaar ondernemer zijn. Sterker nog, Marloes komt uit de zorg en was jarenlang dialyseverpleegkundige en Jan werkte tot 2020 bij The Student Hotel, het huidige The Social Hub, als General Manager. Toch was er altijd die droom om samen nog eens een keer een hotel te beginnen. Met zijn ondernemersgeest en ervaring in de hotellerie, en haar achtergrond in de zorg vullen elkaar perfect aan, met een grote nadruk op gastvrijheid.

Jan: “Elk hotel heeft een bed, een douche, een tv, daarmee onderscheid je je niet. Veel belangrijker is dat een gast zich gezien voelt, welkom voelt.” Marloes vult hem aan: “Het ontvangst en vertrek onthoud je, niet hoe je hebt geslapen. We proberen altijd de verwachtingen te overtreffen. Dat kan ook in kleine dingen zitten. Even vragen of de gasten een leuke avond hebben gehad of een persoonlijk kaartje. Daarmee maak je het verschil.”    

Nog zo’n voorbeeld: “Op momenten dat we niet helemaal zijn volgeboekt, geven we weleens een upgrade: ‘Your lucky day!’ Een duurdere kamer misschien, maar wél leuk om te doen en het belangrijkste: een super blije gast.” Win-win, met nog een voordeel: de goedkopere, en dus populairdere kamer, is weer vrij. “Uiteindelijk betaalt het zich allemaal weer uit. Op bookingsites hebben we een gemiddelde review van een 9-.”

Groningen is booming. Zeker in de weekenden gaat het goed. Steeds beter ook, en dan zijn het vooral toeristen die de stad weten te vinden. De doordeweekse dagen zijn soms nog een uitdaging. Maar daar wordt aan gewerkt, weet Jan als voorzitter van de Groningse afdeling KHN. “Er wordt volop ingezet op Citymarketing, met niet alleen focus op de promotie van de stad, maar ook alle mogelijkheden in de provincie. Daarnaast is er ook nog de Groninger Congres Alliantie, die zich inspant om komende jaren fors meer congressen naar de regio te halen. Dat helpt uiteindelijk ook onze bezetting vooruit.”

“Ik hou me bezig met morgen, Marloes met vandaag”

Juist omdat ze het met z’n tweeën doen, heeft Jan de tijd voor zijn werkzaamheden voor KHN. “Ik zei weleens: ik ben bezig met morgen, Marloes met vandaag. Ik hou me bezig met de groei, structuur, visie en dingen als KHN, en Marloes richt zich op de dagelijkse gang van zaken, personeel en gasten.” Marloes: “Omdat we het samen doen, kunnen we het vaak wel zo organiseren dat in ieder geval een van ons aanwezig is. Ik probeer zelf ook zoveel mogelijk op de werkvloer aanwezig te zijn om die focus op gastvrijheid erin te houden. Ik geef veel complimenten, benoem het als iets goed gaat. Dat motiveert enorm.”

“Als het makkelijk was, had iedereen het wel gedaan.” Een bordje met deze quote prijkt nabij de vergaderzalen in hotel Halbert. Het zijn de woorden van wijlen Wim Bulten, die hen destijds hielp door het pand van Hotel Halbert aan te kopen. Tegen wil en dank worden de woorden nog weleens aangehaald.  “We hebben in die paar jaar tijd toch behoorlijk wat voor de kiezen gehad”, blikt Marloes terug. Eerst een lockdown, toen – vlak nadat de handtekeningen onder ‘Halbert’ waren gezet – de energiecrisis en niet veel later, nog tijdens de verbouwing, kregen ze de volgende klap te verwerken: de plotselinge dood van Bulten. En dan ook nog de inflatie, die zorgde voor ongekende prijsstijgingen: “de inkoop van koffie steeg 70 procent!” Jan, eerlijk: “Ik heb zeker in die beginperiode weleens gedacht: mijn hemel Hemmeltje, waar zíjn we aan begonnen?”

En toch, besluit Marloes, het allerallerleukste van hun werk is het openen van een nieuw hotel. “Bijzonder eigenlijk dat ik dit nu zeg, want ik vind het ook het meest stressvolle dat er is. Maar ik krijg nog kippenvel als ik terugdenk aan de middag vóórdat de eerste gasten van hotel Halbert kwamen. Ik zat op m’n knieën nog snel te laatste plinten te verven, en ik brak, ik kón niet meer. Iedereen deed op dat moment wat hij kon, of het nou bij je functie hoorde of niet, we maakten allemaal overuren. De een deed de afwas, de ander was aan het schilderen. Jongens, zei ik, geniet er ook van, want dit is toch wel heel bijzonder en gaaf om met z’n allen mee te maken!”

Fotografie: Jan Buwalda