Economie
Prof. Pellenbarg: ‘Gemeenten moeten prijzen bedrijfsterreinen verhogen’
De gemeenten in noord-Nederland doen er goed aan de prijzen van hun bedrijfsterreinen te verhogen. Dat vindt de Groningse hoogleraar dr. P. Pellenbarg, verbonden aan de faculteit der Ruimtelijke Wetenschappen van de RUG.
Leestijd: 1 minuut
De opmerking is op het eerste gezicht opmerkelijk, immers: het noorden denkt tot nu toe steeds bedrijven te kunnen lokken door bedrijfsterreinen voor een habbekrats weg te geven.Maar volgens prof. Pellenbarg geef je daarmee impliciet een verkeerd signaal af.‘Noord Nederland gaat nog altijd gebukt onder een negatief imago. Het is in de loop der jaren wel beter geworden, maar we worden nog altijd als een periferie bestempeld. Dat komt door de eigen opstelling. Noordelijke bestuurders zouden een veel zelfbewustere houding moeten aannemen ten aanzien van hun plaatsproduct. Dat straal je onder meer uit door hogere prijzen: een teken dat het goed gaat met de regio’, aldus Pellenbarg. Hij zegt dat in het maandblad ‘Kijk op het Noorden’, tegen interviewer Roel Kerkhof.Volgens Pellenbarg komt het nog te vaak voor dat gemeenten elkaar onderbieden om een bedrijf binnen te halen, en dat maakt een zwakke indruk. Dat was onder meer zichtbaar bij de vestiging van het Amerikaanse computerassemblagebedrijf SCI in Heerenven, waarbij mede na bemiddeling van de NOM te veel subsidie werd verstrekt.Volgens Pellenbarg wordt met de lage prijzen voor bedrijfsterreinen een verkeerd signaal afgegeven, namelijk dat het bedrijfsterrein dat men in de aanbieding heeft letterlijk een waardeloze lokatie is.De Groningse hoogleraar vindt het daarom een goede zaak dat althans de gemeente Groningen daar niet meer aan meedoet, en de prijzen van bedrijfsterreinen fors heeft verhoogd. Dat leverde Groningen bovendien miljoenen guldens extra op.Verder benadrukt de hoogleraar dat het belangrijk is dat gemeenten bedrijfsterreinen aanbieden die precies passen bij bedrijven. Er moet dus een grote variatie komen in typen bedrijfsterreinen, zodat de bedrijven de keuze hebben en net zoals consumenten een voorkeur hebben voor het merk Jaguar of Levi die locatie kunnen kiezen die het meest aan hun smaak beantwoordt.