Economie

'Provincie Groningen heeft "magneten" nodig om meer toeristen te trekken'

Groningen heeft mooie kerken, borgen, musea en een prachtig landschap, maar te weinig mensen weten dat. Ook zijn in het Ommeland te weinig mogelijkheden om te overnachten. Het is geen wonder dat de provincie het laagste aantal toeristen van Nederland trekt. Gedeputeerde Susan Top van Groningen: “We hebben een paar echte trekkers, magneten, nodig.”


Leestijd: 5 minuten

Wereldwijd groeit de vrijetijdseconomie. Mensen hebben meer te besteden, hebben meer vrije tijd en worden gezond ouder. Groningen profiteert daar tot nu toe nauwelijks van. In vergelijking met andere provincies trekt Groningen verre weg de minste bezoekers. Een bekende slogan als ‘Er gaat niets boven Groningen’ ten spijt.

Enkele weken geleden ontstond ophef na publicaties in verschillende media over het rapport Zin in Groningen van het adviesbureau Ginder, een verkenning van de toeristische kansen voor Groningen in opdracht van onder andere de provincie Groningen, Nationaal Programma Groningen en Economic Board Groningen. “Het woord ‘massatoerisme’ komt wel geteld een keer voor in ons rapport,” zegt Joost Gieling van Ginder. “Nota bene als waarschuwing dat hiervoor in de provincie geen draagvlak is. Toch ging de discussie vooral daarover.”

Gieling was met gedeputeerde Susan Top (foto), toerisme-expert Haskia Kramer en directeur Monique Spaltman van museum Borg Verhildersum maandagavond te gast in de nieuwe talkshow Newsnight in het Grand Theatre in Groningen waar gesproken werd over de toekomst van de vrijetijdseconomie en toerisme.

Waddenmusea

“Een gezamenlijke stip op de horizon ontbreekt,” zegt Kramer. “Net als een eenduidig verhaal. Nu zien we te veel regio’s binnen de provincie die ieder met de beste wil van de wereld wat doen, maar dat is te klein gedacht.” Er wordt volgens haar te weinig samengewerkt tussen ondernemers, de overheid en onderzoeks- en onderwijsinstellingen. Ook Ginder constateert dat. 

In Drenthe bestaat het receatieschap Drenthe en in Friesland de Toerisme Alliantie Fryslân, maar in Groningen ontbreekt een dergelijk samenwerkingsverband. Toen Top als gedeputeerde begon, wilde ze graag ter kennismaking in gesprek met de sector. Tot haar verbazing was er niet een voor de hand liggende gesprekpartner, die de branche vertegenwoordigt. “Het is veelzeggend.” Veel ondernemers in de regio, zo constateert Ginder, zien elkaar meer als concurrenten dan als mensen met een gezamelijk belang. 

Museum Borg Verhildersum werkt sinds een paar jaar nauw samen met vijf andere musea in de regio onder meer het Kloostermuseum in Aduard en het openluchtmuseum Het Hoogeland. “We vertellen over 3000 jaar wonen en werken aan de rand van de Waddenzee. Veel mensen weten niet dat hier toen een bloeiende samenleving was. Al voor dat Amsterdam überhaupt bestond,” zegt Spaltman.

Door samen te betalen voor een beperkte marketingcampagne op de landelijke radio en televisie, waarin Spaltman zelf te horen is, slaagden zij er in samen ruim twintigduizend bezoekers extra te trekken. “Het laat zien dat het werkt. Wij dragen allemaal een beetje bij en dan halen we dit succes.”

Eigen inwoners

Friesland focust op water en Drenthe op fietsen. Ginder suggereert daarom in eerste te zetten op wandelen. Het past in hun ogen bij Groningen. “Je kunt bouwen op wat je al hebt en daar nieuwe dingen aan toevoegen,” aldus Gieling. “Er zijn al een paar lange afstandswandelpaden. Hoe logisch is het om de talloze kerken, borgen en ander erfgoed te verbinden. Het is bovendien een vorm van toerisme die aansluit bij de rust en ruimte in het gebied.” 

De provincie ziet de sector als een belangrijk middel om de economie en daarmee de leefbaarheid op het platteland te behouden en te vergroten. NPG heeft het onderwerp zelfs als een zogenoemde baanbreker opgenomen als een van de ambities. Top: “De juiste investeringen zorgen voor werk en bedrijvigheid in de dorpen. Daarbij moeten ons niet alleen richten op toeristen, maar ook mogelijkheden creëren zodat de eigen inwoners meer mogelijkheden hebben om te recreëren.”

Paradores

Om ervoor te zorgen dat alle investeringen in de vrijetijdseconomie ook daadwerkelijk invloed hebben op de leefbaarheid zullen bezoekers ook eenvoudiger langer in het gebied moeten kunnen blijven. “Buiten de stad zijn maar een beperkt aantal mogelijkheden om te overnachten, voor groepen is al bijna helemaal geen ruimte.” Spaltman vertelt over een grote groep Belgen die onlangs haar museum bezochten. Zij logeerden in een hotel in Assen. ‘Wij willen graag logies in de buurt hebben, zodat wij betere arrangementen kunnen aanbieden.” Kramer valt haar bij: “Het is een gemiste kans, dat bij het werelderfgoedcentrum Waddenzee dat in Lauwersoog wordt gebouwd, het geplande hotel is geschrapt. Dat had echt geholpen.” Het is ook belangrijk voor de zakelijk markt. “Het centrum is ook bedoeld voor conferenties, maar waar gaan die mensen dan slapen?”

Ginder noemt in hun rapport het succes van de Spaanse paradores. In het begin van de vorige eeuw investeerde de Spaande overheid door kastelen en kloosters om te vormen tot luxe hotels. De staat zorgde er zo voor dat onbekende gebieden aantrekkelijk werden voor toeristen en het erfgoed kreeg een nieuwe bestemming. Groningen heeft ook veel mooie historische panden, die hun oorspronkelijk bestemming hebben verloren. Gedeputeerde Top vindt het een interessante suggestie. “Het kan ons helpen om erfgoed overeind te houden. Daarom goed om te onderzoeken of we deze gebouwen beschikbaar kunnen maken voor overnachtingen, restaurant, maar ook nieuwe woonvormen voor de inwoners moeten we ook niet vergeten.” Maar waarschuwt zij: “Wij gaan als provincie geen hotels bouwen.”

Nij Begun

Alleen voortbouwen op wat al aanwezig is, is onvoldoende om meer mensen te trekken en te zorgen dat de inwoners en de dorpen profiteren. Volgens Top is meer nodig. “We moeten op zoek naar wat mensen trekt, naar magneten waar mensen speciaal voor komen. Wat dat is, daar moeten we met elkaar over in gesprek.” Het is in haar ogen niet alleen een taak van de provincie. “Ik verwacht meer van ondernemers en gemeenten moeten ook aan de bak. Er liggen nu kansen, want met de budgetten van Nij Begun is er geld beschikbaar.” Vanuit het economische programma voor het herstel van Groningen zijn de komende jaren miljoenen beschikbaar. Eenmalig 250 miljoen en van 2026 tot 2055 jaarlijks nog eens 150 miljoen euro. “Die kansen moeten we benutten.”