DINGtiid geeft aan dat de standplaats van de bachelor “ongetwijfeld invloed heeft op de kwaliteit en kwantiteit van de studenten”. Dit acht het adviesorgaan erg belangrijk omdat deze studenten de toekomst vormen van de frisistiek: de nieuwe PhD-studenten, universitaire docenten en hoogleraren komen voort uit deze groep.
Het advies luidt dat de hele bachelor in Groningen moet worden georganiseerd. Als sommige onderdelen toch in Leeuwarden zouden zijn dan komt dit de zichtbaarheid van de opleiding niet ten goede en zal het onduidelijkheid onder studenten veroorzaken.
Verder is de Faculteit der Letteren gevestigd in Groningen. De afdeling Friese Taal & Cultuur wordt daar al een kleine eeuw ondergebracht. Alle docenten en PhD’s van de belangrijkste verwante vakgebieden, zoals Germaanse talen, algemene taalkunde en geschiedenis hebben daar ook hun standplaats. Dat zorgt ook voor de “nodige academische zuurstof en uitwisseling”, schrijft DINGiid.
Een andere belangrijke reden is dat de meeste studenten zich nou eenmaal bevinden in Groningen. Het grootste deel van de studenten neemt op dit moment Fries als bijvak naast hun normale studie. Daarom is het belangrijk dat deze mogelijkheid blijft, ook al is er straks een complete bachelor Fries.
Op dit moment is er een minor Fries bij de bachelor Minorities & Multilingualism. Deze studierichting wordt langzaam afgebouwd. De bachelor Fries komt daarvoor in de plaats en vanaf september kunnen studenten een hele opleiding volgen over de Friese taal en cultuur.