Met protonen kunnen tumoren heel precies worden bestraald en kan het omringende weefsel beter worden ontzien dan met andere methoden. Omdat het resultaat van de behandeling zeer sterk afhankelijk is van de dosis, moet die minstens zo nauwkeurig kunnen worden bepaald als bij conventionele radiotherapie met röntgenstraling. Momenteel is de onzekerheid in de protonendosimetrie 3 tot 4 procent. Ter vergelijking: bij röntgenstraling is de onzekerheid 1 procent.
De afdeling Radiotherapie van het UMCG en het KVI gaan een verplaatsbare standaard dosimeter ontwikkelen voor het VSL. Het VSL (voorheen het Nederlands Meetinstituut NMi) beheert en ontwikkelt in opdracht van de Nederlandse overheid dé nationale meetstandaarden. De ervaringen die het VSL met de dosimetriestandaard opdoet, moeten onder meer voorschriften en aanbevelingen opleveren voor het nauwkeurig meten van de protonendosis in klinieken.
Bij protonentherapie geven protonen hun stralingsdosis af in een scherp afgegrensd gebied ter plaatse van de tumor (de Bragg peak). Hierdoor ontvangt het omringende gezonde weefsel relatief weinig straling. Het is van groot belang dat de juiste stralingsdosis zo goed mogelijk ruimtelijk verdeeld wordt in het doelgebied (de tumor). Op dit moment is PET de enige non-invasieve technologie die het mogelijk maakt dit te controleren (dosis-verificatie). Echter, hiervoor dient de technologie nog verbeterd te worden. KVI en TU Delft gaan onderzoek doen naar de effecten van verbeteringen van PET-technologie op de toepasbaarheid van PET bij protonentherapie.
Gebaseerd op een tiental jaren ervaring met onderzoek op het gebied van protonentherapie, ontwikkelt het UMCG samen met het KVI, de Rijksuniversiteit Groningen, TU Twente en het Paul Scherrer Instituut in Villigen (bij Zürich, Zwitserland) plannen voor de bouw van een protonenfaciliteit op het terrein van het UMCG. Dit samenwerkingsverband is één van de drie consortia die momenteel in Nederland plannen ontwikkelen voor de bouw van een protonenkliniek. Om protonentherapie beschikbaar te maken voor patiënten in Nederland is het belangrijk dat de therapie en indicatiestelling worden opgenomen in de basiszorgverzekering. Na de zomer wordt hierover een besluit van het College van Zorgverzekeringen verwacht.