Innovatie

'Huisartsen betrekken bij nazorg volwassenen met jeugdkanker’

Huisartsen moeten worden betrokken bij de nazorg van volwassenen die als kind kanker hebben overleefd. Dit blijkt uit een gezamenlijk onderzoek van de afdelingen kinderoncologie en huisartsgeneeskunde van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Zij publiceren over hun onderzoek in het maartnummer van het gerenommeerde The Lancet Oncology, dat vandaag on-line verschijnt.


Leestijd: 1 minuut

75 procent van de kinderen met kanker overleven en worden volwassen dankzij de verbeterde behandelingsmogelijkheden. Deze overlevenden lopen een risico op nadelige lichamelijke en psychosociale effecten van de behandeling die zich soms pas jaren later kunnen manifesteren. Om dergelijke problemen zo vroeg mogelijk aan te pakken in het nodig dat de kinderen nog lang gevolgd worden, ook als ze volwassen zijn.

De kinderoncoloog is dan niet meer de eerst aangewezen persoon om deze zorg te bieden. In het UMCG is onderzocht of een samenwerking met de eigen huisarts een oplossing kan bieden.

In het onderzoek is beoordeeld of de huisarts kan worden betrokken bij nazorg op lange termijn. In totaal namen 123 overlevenden van jeugdkanker deel aan het onderzoek, evenals vrijwel al hun huisartsen. De patiënten kwamen tweemaal naar de speciale late effecten-polikliniek in het UMCG en tussen deze twee bezoeken in bezochten ze hun eigen huisarts voor controle. Tevredenheid van patiënten en artsen met het bezoek aan de huisarts werd beoordeeld aan het einde van het onderzoek. Van de 101 patiënten die de vragenlijst uit het onderzoek voltooiden, waren er 89 (89%) tevreden met de gedeelde nazorg, evenals 94 (82%) van de 115 huisartsen die deelnamen.

Uit het onderzoek blijkt dat nazorg door de eigen huisarts in nauwe samenwerking met de late effecten polikliniek goed te organiseren is. Het kan voor een deel van deze volwassen overlevenden van kinderkanker een goed alternatief zijn voor controles uitsluitend op de polikliniek. Bezoek aan een dergelijke polikliniek kan belastend, tijdrovend of stigmatiserend zijn voor sommige patiënten. Deze gedeelde zorg is patiëntvriendelijker, is naar alle waarschijnlijkheid goedkoper en kan bevorderen dat meer overlevenden van kinderkanker langdurig onder controle blijven.