Volgens bestuurder Peter Littooij van het Martini Ziekenhuis is in alle ruimten van het gebouw gekeken naar de noodzaak van de aanwezigheid van een kraan. In de kantoorruimtes, die vroeger patiëntenkamers waren, zijn bijvoorbeeld alle kranen weggehaald. Bovendien zijn er tijdens de vervanging van de waterleiding alleen maar koudwaterkranen geplaatst. Op enkele plekken, waar wel warm water nodig is, zijn boilers neergezet.
Omdat er nu minder onderhoud nodig is, kan er veel water worden bespaard. Volgens Littooij moesten veel zogenoemde ‘tappunten’ die niet in gebruik waren, wél wekelijks worden doorgespoeld in verband met legionellagevaar. Daarvoor moet een kraan twee minuten stromen, zowel met warm als met koud water.