Innovatie

Martini Ziekenhuis heeft nieuwe plastisch chirurg, anesthesioloog en revalidatiearts

De afgelopen maanden startten drie nieuwe medisch specialisten in het Martini Ziekenhuis. Het gaat om plastisch chirurg Diederik Vooijs, anesthesioloog Ellis Vegt en revalidatiearts Arjen Bolt.


Leestijd: 3 minuten

Plastisch chirurg Vooijs
De maatschap Plastische chirurgie is per 1 februari 2010 versterkt met plastisch chirurg Diederik Vooijs (40). Vooijs volgde zijn studie geneeskunde in Maastricht en startte zijn loopbaan in het UMCG. De opleiding tot specialist heeft hij gevolgd in het UMC St Radboud in Nijmegen. Vooijs heeft bewust voor het Martini Ziekenhuis gekozen: ‘Ik heb me in het Noorden altijd goed op mijn plek gevoeld en het Martini Ziekenhuis is een groot en modern perifeer ziekenhuis, waar ik de plastische chirurgie zowel in de breedte van het vakgebied als wat dieper op een aantal deelgebieden kan bedrijven. Daarnaast is de aanwezigheid van het brandwondencentrum zowel op reconstructief gebied als op onderzoeksgebied een uitdaging. Ik heb in Nijmegen onderzoek gedaan naar de invloed van groeifactoren op wondgenezing en littekenvorming. In de toekomst zou ik graag in samenwerking met het brandwondencentrum nieuw onderzoek op dit gebied opzetten.’
Maatschapsvoorzitter Auke de Boer is zeer verheugd over de komst van Vooijs als eerste van de drie nieuwe plastisch chirurgen die dit jaar tot de maatschap toetreden. ‘Zijn belangstelling voor de behandeling van patiënten met brandwonden is voor ons zeer belangrijk. Daarnaast gaat zijn interesse uit naar de handchirurgie en gaat hij deelnemen aan de werkgroep voor de hoofd-hals oncologie.’

Anesthesioloog Vegt
Ellis Vegt (42) werkt sinds 1 april 2010 in het Martini Ziekenhuis. Haar studie Geneeskunde heeft zij gevolgd aan de Universiteit Utrecht, waarna zij zich specialiseerde in het UMCG. Na de opleiding tot anesthesioloog heeft Vegt zich middels een fellowship in het UMCG en later in de praktijk verder verdiept in de behandeling van pijn in al haar facetten, zoals pijn bij kanker en chronische pijnklachten. Momenteel is Vegt bezig met de ontwikkeling van de richtlijn Wervelkolom gerelateerde pijnklachten, een project van de Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie in samenwerking met de Nederlandse Vereniging voor Neurochirurgie en de Nederlandse Orthopaedische Vereniging. Vegt heeft in eerste instantie voor anesthesie gekozen vanwege het praktische en probleemgerichte karakter. ‘Je hebt met een breed gedeelte van de geneeskunde te maken: de patiënt met zijn aandoeningen en bijna alle disciplines binnen het ziekenhuis. In de pijnbehandeling heb je een veel persoonlijker en langduriger contact met de patiënt. Naast de oorzaak en behandeling van de klacht heb je te maken met wat de pijn met de patiënt doet en de rol die het in zijn leven speelt, iets wat blijft boeien. De pijnbehandeling is vol in ontwikkeling en heeft een grote vlucht genomen op het vlak van behandelingen en professionalisering.’
Maatschapsvoorzitter Piet Duinker beschouwt Vegt als een zeer welkome aanvulling voor met name pijnbehandeling. ‘Met de komst van Vegt is het voor de maatschap Anesthesiologie mogelijk geworden een pijnpolikliniek op te zetten. Naast haar inzet op de OK is ze werkzaam als pijnspecialist. Het doel is op korte termijn, in samenwerking met collegaspecialisten, een Pijnpolikliniek Anesthesiologie met bovenregionale functie op te zetten.’

Revalidatiearts Bolt
Arjen Bolt (32) is per 1 april 2010 toegetreden tot de vakgroep Revalidatiegeneeskunde. Hij heeft zijn studie Geneeskunde gevolgd in Groningen en heeft zich daarna gespecialiseerd in het UMCG. Bolt koos voor het Martini Ziekenhuis, omdat hij graag wil werken in een groot perifeer ziekenhuis waar alle specialismen aanwezig zijn waar je als revalidatiearts mee samenwerkt en waarbij intercollegiaal overleg snel mogelijk is. ‘Ik zie in principe alle diagnosegroepen binnen de revalidatiegeneeskunde, maar ik ga me wel specifiek richten op patiënten met hand- en polsklachten.’
Vakgroepvoozitter Frank de Vries is blij met de komst van Bolt: ‘Met Bolt hebben we bijna de oude formatie terug en kunnen hierdoor de wachttijd weer terugbrengen naar de streefnorm van maximaal twee weken. Verder past hij goed in ons team en door de recente afronding van zijn opleiding kent hij de nieuwste ontwikkelingen in het vak.’