Innovatie

Onderzoek naar screening dunnedarmkanker

Onder leiding van maag-darm-leverspecialist Jan Jacob Koornstra van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG)gaan negen Nederlandse ziekenhuizen onderzoek doen naar de wenselijkheid van een screening op dunnedarmkanker onder mensen die een verhoogd risico lopen deze ziekte te ontwikkelen. Het onderzoek begint deze week en duurt twee jaar.


Leestijd: 1 minuut

Screenen (ofwel onderzoeken) van de dunne darm op mogelijke afwijkingen, was tot nu toe onmogelijk omdat de dunne darm tot 8 meter lang is. Zulke lange kijkbuizen bestaan niet. Nu een nieuwe techniek is ontwikkeld, waarbij de darm met behulp van ballonnetjes als het ware over de endoscoop wordt opgestroopt, is preventief onderzoek veel makkelijker geworden. Daarom behoort een eventuele screening op dunnedarmkanker nu tot de mogelijkheden, aldus het UMCG.

Preventief onderzoek naar dunnedarmkanker is onder meer nuttig voor patiënten met het syndroom van Lynch. Zij hebben een erfelijk aangelegde, sterk verhoogde kans op het krijgen van verschillende soorten kanker. Ze ondergaan al regelmatig screenings voor dikkedarmkanker, waarop ze tot 70 procent kans maken, en voor baarmoederkanker, dat de helft van de vrouwelijke patiënten treft.
Regelmatig dunnedarmonderzoek kan ook zinvol zijn voor mensen, die al voor hun veertigste poliepen in de darm hebben. Die kunnen zich ontwikkelen tot tumoren.

De onderzoekers laten patiënten eerst een pil met daarin een videocameraatje slikken. Deze camera maakt elke seconde twee opnames van de binnenkant van de darmen. Na acht uur is de pil het darmstelsel gepasseerd en kan de arts zien of de foto’s afwijkingen tonen. Als dat het geval is, kan de specialist met de nieuwe endoscooptechniek een poliep verwijderen of weefsel wegnemen om dat te onderzoeken op tumorcellen.