Innovatie

Onderzoek UMCG: Mensen met een psychose hebben baat bij praatgroepen

Mensen met een psychose hebben baat bij deelname aan een lotgenotengroep. Dat blijkt uit onderzoek van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Door het contact met lotgenoten voelen zij zich gesteund en neemt hun kwaliteit van leven toe. Eerder werd algemeen verondersteld dat mensen met een psychose geen behoefte zouden hebben aan onderling contact, omdat de stemmen in hun hoofd groepsgesprekken onmogelijk zouden maken.


Leestijd: 1 minuut

Het onderzoek werd uitgevoerd bij vijf lotgenotengroepen in verschillende zorginstellingen in Nederland, met in totaal 56 deelnemers. Er waren vijf controlegroepen met in totaal 50 deelnemers. De lotgenotengroepen bestonden uit 10 deelnemers die zestien keer bijeen kwamen in een periode van 8 maanden. Ze werden minimaal begeleid door een verpleegkundige. Deze zorgde voor structuur, continuïteit en een goed groepsklimaat, maar nam inhoudelijk niet deel aan de gesprekken. Hierdoor zagen de deelnemers de aanwezigheid van de verpleegkundige niet als belemmering voor onderling contact.

De bijeenkomsten hadden een positieve invloed op het netwerk van de deelnemers. Met name trouwe deelnemers gaven aan dat zij zich gesteund voelden en dat hun kwaliteit van leven toenam. De interventie was niet bedoeld om de psychotische klachten te verminderen, maar ook op dit gebied werden positieve effecten waargenomen. Deelnemers van de lotgenotengroep hadden significant minder negatieve symptomen dan de patiënten in de controlegroepen. Deelnemers hadden baat bij de bijeenkomsten wanneer zij zich herkennen in de ervaringen van anderen en hun eigen verhaal konden vertellen.