Innovatie

Private Groninger oogartsen voeren keurmerk in

Het Nederlands Oogheelkundig Genootschap heeft onlangs de eerste keurmerken uitgereikt aan de oogartsen die zich toeleggen op ooglaseren en het implanteren van kunstlenzen. Dr. B.J. Christiaans verbonden aan het Oogheelkundig Medisch Centrum Noord te Groningen, behoort tot die groep oogartsen. Met dat keurmerk mogen deze artsen zich NOG refractiechirurg noemen.


Leestijd: 3 minuten

Het gezelschap garandeert met dat keurmerk dat deze artsen zowel op het gebied van technische zorg, als in de bejegening van de klant aan de hoogste kwaliteitsnormen, zoals de beroepsgroep dat heeft gedefinieerd, voldoen. Bovendien is het keurmerk een garantie dat de betrokken artsen, als het op betalen aankomt, geen loopje nemen met hun patiënten.

Wereldwijd uniek

Volgens hoogleraar oogheelkunde prof. Peter Ringens (VUMC) heeft de private oogheelkunde hiermee een visitatiesysteem ingevoerd dat wereldwijd uniek is. ‘De reguliere geneeskunde kan hier een voorbeeld aan nemen. Want dit visitatiesysteem kijkt heel nadrukkelijk naar de kwaliteit van de individuele artsen, volgens een kwaliteitsnorm die eerst door de beroepsgroep zelf is vastgesteld. En dat gebeurt nergens .’
De refractie chirurgen – dat zijn de oogartsen die ogen laseren of kunstlenzen implanteren – werken in het algemeen buiten de reguliere geneeskunde, wat betekent dat patiënten deze behandelingen zelf moeten betalen. En omdat er soms grote verschillen bestaan tussen de verschillende privé klinieken die deze behandelingen aanbieden, komt het nogal eens voor dat patiënten niet weten bij welke kliniek ze in goede handen zijn. Door dit visitatiesysteem te ontwikkelen en in te voeren, beoogt het NOG een einde te maken aan deze verwarring en potentiële patiënten of beter: cliënten een goed gefundeerd advies te geven.


Hoogste kwaliteitsnorm

Prof. Ringens: ‘Ik was vroeger, net als zoveel reguliere oogartsen, vooral sceptisch over de private tak van ons vak. Maar nu denk ik dat de beroepsgroep geen knip voor de neus waard zou zijn als hij hierover geen standpunt in zou nemen en dit niet goed zou regelen.’
Dus ontwikkelde hij, samen met zijn collega Luyten uit Leiden, een uniek systeem. Eerst vroeg hij de beroepsgroep zelf een norm opstellen waaraan goede refractiechirurgie zou moeten voldoen. Die regels zijn vervolgens geformuleerd en gepubliceerd in de zogenaamde “Consensus Refractiechirurgie”. De volgende stap was een visitatiecyclus, die de betrokken oogartsen bezoekt en hun handelwijze en vooral hun resultaten aan de norm toetst. Wie aan de norm voldoet, verdient het keurmerk. Wie niet voldoet, krijgt geen keurmerk maar een verbeterrapport met zo nodig dwingende punten en adviezen. Na een jaar volgt opnieuw een visitatie. De geldigheidsduur van het keurmerk is drie jaar.
Alle refractiechirurgen die hun keurmerk willen behouden, moeten jaarlijks rapporteren over de resultaten van de kliniek. Iedere gecertificeerde oogarts moet zich iedere drie jaar opnieuw laten keuren.

Ringens heeft hoge verwachtingen van dit keurmerk. “Bij alle gevisiteerde refractie chirurgen blijkt de ambitie te bestaan het steeds beter te willen doen. De suggesties, naar aanleiding van de visitatie, worden met beide handen aangegrepen om niet alleen de persoonlijke criteria aan te scherpen, maar ook om de Consensus steeds weer opnieuw bij te stellen op grond van de nieuwste ontwikkelingen. Op den duur kunnen privé klinieken zich niet meer veroorloven om geen keurmerk te hebben, omdat de klanten wegblijven. En als het goed is, zullen ze met elkaar gaan concurreren op kwaliteit. En dat is precies waar de reguliere zorg van kan leren. Het zou toch leuk zijn als de private zorg een kraamkamer blijkt te zijn van een kwaliteitssysteem voor de hele gezondheidszorg.’