Een deel van de donornieren komt niet direct op gang na de transplantatie. Hierdoor is het noodzakelijk de patiënt na transplantatie enige tijd te dialyseren. Als gevolg hiervan bestaat er een verhoogd risico op afstoting en een toegenomen kans op nierfalen.
In hun onderzoek gingen de artsen na of het aantal getransplanteerde nieren dat na transplantatie vertraagd op gang komt, lager is dan bij de bekende manier van bewaren. Hierbij was beslissend of een tijdelijke dialyse voor de patiënt noodzakelijk was na de transplantatie. Verder onderzochten zij hoeveel van de nieren binnen een jaar na transplantatie faalden. Uit hun onderzoek blijkt dat de nieren die voor transplantatie bewaard zijn in de speciale machine sneller op gang komen en dat die nieren een kleinere kans hebben om te falen.
Belang uitkomsten
Dit zijn buitengewoon belangrijke bevindingen voor de duizenden patiënten die wereldwijd op de wachtlijst staan voor niertransplantatie, zegt Rutger Ploeg, hoogleraar transplantatiechirurgie in het Universitair Medisch Centrum Groningen en coördinator van de studie. Er bestaat een groot en voortdurend tekort aan donororganen. Bovendien zijn steeds meer nieren afkomstig van oudere donoren en van donoren met een meer complexe medische voorgeschiedenis. We weten inmiddels dat zulke nieren vaak minder goed functioneren direct na transplantatie en dat ze minder lang meegaan. Onze bevindingen zullen gevolgen hebben voor de manier waarop wij donornieren bewaren
De resultaten van deze studie laten duidelijk zien dat machinale preservatie voordelen heeft ten opzichte van het statisch bewaren in een koelbox, dat tot nu toe gebruikelijk is. Hoewel machinale preservatie als methode al decennialang bestaat, was nog nooit eerder een grote vergelijkende studie verricht om te onderzoeken welke methode beter is. Deze internationale trial toont voor het eerst aan dat iedere donornier beter af is met machinale opslag.