Het betreft een internationaal onderzoek geleid door wetenschappers van de het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Daarbij zijn nieuwe genen gevonden die samenhangen met depressie. Dit onderzoek past in een recente serie van internationale studies die laten zien dat het, na jarenlange vruchteloze pogingen, toch mogelijk is om de genetische achtergrond van psychiatrische ziekten en problemen te achterhalen. Het wetenschappelijke vakblad Molecular Psychiatry heeft de uitkomsten van dit onderzoek vandaag gepubliceerd.
Pas heel recent worden er genetische markers voor depressie gevonden. Met name de steeds omvangrijker wordende studies met zowel genetische informatie als informatie over depressie hebben tot dit succes geleid. Daarvoor was er een periode van ruim tien jaar waarin onderzoekers wel het menselijk genoom in kaart konden brengen, maar geen link met depressie konden vinden.
Depressie, schizofrenie en bipolaire stoornis
De onderzoekers van het UMCG baseerden zich ook op hele grote studies, maar hadden een wat andere benadering. Zij gebruikten reeds gepubliceerde gegevens van andere onderzoekers voor het vinden van genen. Hun aanpak richtte zich op het combineren van studies over depressie met twee andere psychiatrische aandoeningen: schizofrenie en bipolaire stoornis. Schizofrenie en bipolaire stoornis hebben een gedeelde genetische achtergrond met depressie. De erfelijke overlap met schizofrenie en bipolaire stoornis gebruikten de UMCG-onderzoekers om nieuwe genetische markers voor depressie te vinden.
Nieuwe genetische markers depressie
In totaal leverde deze aanpak 20 nieuwe genetische markers op. Dit aantal nieuwe markers is een bescheiden aantal, maar draagt zeker bij aan het totaalplaatje.
Het is opmerkelijk dat het combineren van resultaten van reeds bestaand onderzoek, dus zonder extra kosten en zonder extra moeite van mensen om biologisch materiaal af te staan en informatie over symptomen van depressie te geven, tot nieuwe bevindingen kan leiden. Hoofdonderzoeker en genetisch epidemioloog Harold Snieder: “Dit type onderzoek is dan ook veelbelovend en kan bij toepassing op andere complexe psychische of fysieke aandoeningen tot verdere ontdekkingen leiden. Langzaam leren we meer over de onderliggende biologische mechanismen, er is echter nog een lange weg te gaan.”
Desalniettemin is er, eindelijk, veel progressie in het onderzoek naar de erfelijkheid van psychiatrische stoornissen. De onderzoekers zijn dan ook optimistisch: “Mogelijk gaat dit genetische onderzoek uiteindelijk wel veel opleveren voor de vroegherkenning en behandeling van patiënten”.