Innovatie

UMCG opent centrum voor ouderenzorg

Het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) heeft sinds donderdag een speciaal centrum voor ouderenzorg. Het centrum is bedoeld voor ouderen die meerdere aandoeningen hebben en daarom extra kwetsbaar zijn.


Leestijd: 1 minuut

Het aantal ouderen in onze samenleving neemt de komende jaren fors toe. Op dit moment is bijna 14% van de Nederlandse bevolking 65 jaar of ouder. In 2025 zal dit tot ruim 20% gestegen zijn. Met het stijgen van de leeftijd komen ook vaker (een combinatie van) ziekten en aandoeningen als artrose, hartziekten, hoge bloeddruk, dementie en depressie voor. Sommige aandoeningen die in een mensenleven ontstaan, genezen, maar laten sporen na. Een litteken is hiervan het meest bekende voorbeeld. Deze ‘littekens’ komen niet alleen in de huid, maar ook in andere organen voor. Daarnaast kunnen aandoeningen ontstaan die chronisch zijn. De opstapeling van al deze aandoeningen kan ouderen kwetsbaar maken en vraagt om een andere aanpak.

De kalenderleeftijd van een patiënt is geen criterium voor de behandeling van een patiënt door het Ouderencentrum. Het zijn meer de kenmerken van de patiënt die dit bepalen, zoals de fitheid en vitaliteit. Bij de behandeling staan het welbevinden en de kwaliteit van leven van de patiënt centraal. Ouderen met verschillende problemen kunnen in het centrum terecht. Bijvoorbeeld een oudere patiënt, die ondanks verschillende chronische ziekten redelijk stabiel functioneert, maar het ineens niet meer redt zonder aanwijsbare oorzaak. Of een oudere met angst voor dementie, of problemen met het geheugen of de taal. Op alle werkdagen is er bovendien een spreekuur voor acuut verwarde patiënten. Voor ouderen met (angst voor) valproblemen is er gezamenlijk spreekuur met een fysiotherapeut en een kracht- en balanstraining.

Het centrum omvat een polikliniek, een dagbehandelingscentrum en een consultatieve dienst voor opgenomen patiënten. Een internist Ouderengeneeskunde voert de regie, samen met een ouderenverpleegkundige. Verder bestaat het team uit een neuroloog, een psychiater, een neuropsycholoog en een fysiotherapeut. Afhankelijk van de zorgvraag worden andere specialisten en/ of paramedici betrokken. Door deze multidisciplinaire aanpak kunnen patiënten beter behandeld worden.