Innovatie

UMCG wil als een van de eerste Nederlandse ziekenhuizen poli voor nazorg sepsis

Het UMCG werkt aan het openen van een aparte poli voor patiënten die langdurige lachten overhouden aan een sepsis. Het is de bedoeling dat de nieuwe polikliniek eind van het jaar de deuren opent. Het UMCG wordt daarmee een van de eerste ziekenhuizen in Nederland met zo’n poli.


Leestijd: 1 minuut

Foto | Stella Dekker
Foto | Stella Dekker

Sepsis of bloedvergiftiging is een verstoorde afweerreactie op een infectie waardoor schade aan weefsels of organen ontstaat. Het is een gevaarlijke aandoening waaraan jaarlijks zo’n 10.000 Nederlanders overlijden.

Toch is de aandoening zowel bij professionals als het grote publiek niet erg bekend. In de vroege fase is sepsis lastig te herkennen. Dat komt vooral doordat symptomen bij patiënten erg kunnen verschillen.

Door meer kennis en betere behandeling overleven de meeste patiënten tegenwoordig hun sepsis. Toch wordt ongeveer een derde van hen binnen 90 opnieuw opgenomen in het ziekenhuis. Zij hebben vaak last van een terugkerende infectie en lopen het risico op het post-sepsis syndroom.

“Deze patiënten hebben uiteenlopende klachten als slaapproblemen, vermoeidheid, hoge bloeddruk of verminderde afweer. Ook kunnen ze geheugenproblemen hebben”, zegt Martje Visser. Zij doet veel onderzoek naar het post-sepsis syndroom en hoopt in 2026 hierop te promoveren.

“We willen hiermee de zorg voor deze groep patiënten verbeteren”, zegt Visser over de nieuwe poli. “Drie maanden nadat ze sepsis hebben gehad, komen alle patiënten terug op de poli. We willen dan precies nagaan wat de gevolgen voor hen waren en hoe ze de kwaliteit van leven ervaren. Ook gaan we kijken welk effect de nazorg op hen heeft.”

Naast betere nazorg zal de polikliniek ook gebruikt worden voor wetenschappelijk onderzoek. Visser hoopt dat dergelijk onderzoek uiteindelijk leidt tot snellere behandeling en minder langdurige klachten. “Als we weten wie het grootste risico loopt en ook waarom dat zo is, kunnen we een op maat gemaakt hersteltraject voor die patiënt maken. En als we weten waarom iemand zo lang klachten houdt, kunnen we misschien nieuwe geneesmiddelen maken om restklachten effectief te behandelen. Maar dat vergt nog veel onderzoek en tijd.”