Nieuws

Het droevige einde van de loopbaan van herbergier Wilhelm in Groningen in 1673

Het leven van horecaondernemers was in vroegere eeuwen soms ook al zwaar. Soms hadden ze pech en was het overmacht. Maar soms lag het ook puur aan henzelf. Daarvan is Wilhelmus Witmarius een goed voorbeeld. Hij was in 1671 vanuit Zuidhorn naar Groningen verhuisd en werd hier door het gilde toegelaten als herbergier. Maar dan begaat hij een misstap en belandt hij in de gevangenis. Dat is allemaal terug te vinden in de Groninger Archieven. Daar hebben ze een prettig leesbaar overzicht met anecdotes over tal van ontwikkelingen of personen uit vroegere eeuwen waar het stadsbestuur mee te maken heeft: het ABC van het Stadsbestuur. Onder de letter H is er aandacht voor de beroepsgroep van de herbergiers, geschreven door Emmy Woldring, redactielid Open het Stadsbestuur.


Leestijd: 2 minuten

Het droevige einde van de loopbaan van herbergier Wilhelm in Groningen in 1673
Het droevige einde van de loopbaan van herbergier Wilhelm in Groningen in 1673

H van Herbergier 
Een gilde was een vereniging van een bepaald beroep op ambachtelijk, militair, wetenschappelijk, cultureel of handelsgebied. Om toe te treden tot een gilde moest je het ‘klein borgerrecht’ van de stad bezitten. Nieuwe leden werden opgeleid als leerling. Daarna werd je gezel en na de meesterproef kreeg je de titel meester. Aan het hoofd van een gilde stond een Olderman en verder zaten er Heuvelingen in het bestuur. De herbergiers en biertappers waren ook verenigd in een gilde.

Herbergier van Zuidhorn
Op 14 november 1671 vraagt Wilhelmus Witmarius (ook wel gespeld als Wilhelm/ Willem en Widemarius/ Widmarius), herbergier van Zuidhorn het burgerschap ‘klein borgerrecht' van Groningen en de toetreding tot het herbergiersgilde aan.

Op de requeste van Wilhelmus Witmarius
geboortich van Zuithorn [Zuidhorn], om te hebben
het cleijn borgerrecht deser Stadt be-
neffens de harbargiers gilde.


Hij wordt op 28 november 1671 toegelaten tot het volle gilde en betaalt het daarvoor verschuldigde admissiegeld. Wilhelmus Witmarius en zijn vrouw Margareta Quade huren een huis met tuin en de daarbij behorende Herberg De Vonck in de Brugstraat te Groningen.

Wilhelmus wordt in 1677 Heuveling en in 1680 staat hij vermeld als Olderman in het Herbergiersboek. Door een misstap belandt Wilhelmus in de gevangenis in de A-poort. Op 24 juni 1673 doet hij een verzoek (blz 179) aan de Borgemeesteren ende Raadt om op borgtocht vrij te komen uit de gevangenis. Dit lukt hem. Hierna wordt hij niet meer genoemd in het herbergiersboek.

Penning van het herbergiers- en tappersgilde
Penning van het herbergiers- en tappersgilde

Groningse penning van het herbergiers- en tappersgilde
Elk gildelid bezat een penning, als bewijs van lidmaatschap. Deze penning kon gemaakt zijn van zilver, brons, koper, tin of lood. De gildepenning droeg men bij gemeenschappelijke maaltijden, vergaderingen en begrafenissen.

Gildeboek
In de gilderolle, ook wel gildeboek genoemd, stonden alle regels en plichten voor de gildeleden. Zo werd er toezicht gehouden op de kwaliteit van producten, werktijden, lonen en prijzen. De gildeleden beschermden daarnaast de gezamenlijke belangen. Het gilde had ook een sociaal karakter en voorzag in de zorg voor weduwen en wezen, de nabestaanden van vakbroeders. Ook op politiek vlak speelden gilden vaak een rol van betekenis. De herbergiers en tappers hadden een gilderolle met zilverbeslag.

Bierklok
De Burgemeesters en Raad stelden rechten en plichten op voor alle gilden en bestuurden mee. Vanaf 1425 luidde bijvoorbeeld de klok nummer 13 van de Martinitoren in de avond. De ‘ruimstraatklok’ (ook wel ‘bierklok’ genoemd) gaf dan aan, dat de herbergiers hun herberg moesten sluiten. Deze klok werd ook als alarmklok gebruikt.

Gilderol van de herbergiers
Gilderol van de herbergiers

Het ABC van Open het Stadsbestuur
Met het Maak Geschiedenisproject Open het Stadsbestuur komen medewerkers van de Groninger Archieven regelmatig verrassende zaken tegen die eeuwenlang met ganzenveer en kroontjespen door het Groninger stadsbestuur aan het papier werden toevertrouwd. Met het ABC volgen de Groninger Archieven wekelijks een letter van het alfabet en verbinden daaraan een bekende of veelvoorkomende term uit het archief van het stadsbestuur van 1594 tot 1815. Lees mee met dit ABC.