De inwoners stelden dat hun woningen door mijnbouwschade levensgevaarlijk waren geworden. Die onveiligheid volgde onder meer onder de in 2014 en 2016 gedane vaststellingen “Code Rood” en “Acuut Onveilige Situatie”.
Volgens het hof leveren deze omstandigheden weliswaar een aanwijzing op dat levensgevaar te duchten is geweest maar zijn zij onvoldoende om de verzochte vervolging kansrijk te achten.
GBB diep teleurgesteld
De Groninger Bodem Beweging reageert zeer teleurgesteld: “Er is wel degelijk levensgevaar geweest, dat blijkt alleen al uit de grootschalige versterkingsoperatie die door de overheid is opgetuigd en miljarden kost.”
Eén van de advocaten van de GBB, Emile van Reydt: “De beslissing is een hard gelag voor alle benadeelden in het winningsgebied. Het hof legt de juridische lat voor de vaststelling dat sprake is geweest van te duchten levensgevaar te hoog en doet daarmee geen recht aan de reële risico’s waaraan de gedupeerden zijn blootgesteld.”
Het is de laatste uitspraak in een procedure die al meer dan tien jaar duurt. In 2015 deed de GBB samen met een aantal Groningse inwoners aangifte tegen de NAM wegens te duchten levensgevaar. Dit werd in eerste instantie afgewezen, maar na een artikel 12 procedure gelastte het hof in 2017 een strafrechtelijk onderzoek naar mogelijke levensgevaarlijke situaties als gevolg van door gaswinning veroorzaakte bevingsschade. Afgelopen juli was de laatste zitting in de strafzaak.
De GBB onderzoekt nog of de benadeelden mogelijk terecht kunnen bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.
Zaak bracht veel teweeg
Ondanks de teleurstellende uitspraak heeft de zaak veel teweeggebracht. Mede door de dreiging van strafrechtelijke vervolging na het starten van een strafrechtelijk onderzoek door het OM in 2017 besloot de NAM zo snel mogelijk met de gaswinning in het Groningenveld te willen stoppen. Het leidde uiteindelijk tot de afbouw van de gaswinning en later de sluiting van de gaskraan – zo bleek uit de bevindingen van de Parlementaire enquête aardgaswinning Groningen.
