Klompien maakte meteen al duidelijk dat hij geen lijst heeft gemaakt van projecten waar het geld de komende jaren specifiek naartoe gaat. “We hebben vooral aangegeven waar we willen dat het geld in grote lijnen aan besteed wordt. Maar het is onverstandig om nu al exact aan te geven wat we de komende tientallen jaren gaan doen met het geld. De ontwikkeling van de economie en technologie is namelijk zeer onvoorspelbaar. Wie had 25 jaar geleden kunnen voorzien dat we nu allemaal met mobiele telefoons lopen? Daarom zullen we vooral ook flexibel moeten zijn in het maken van onze keuzes.”
Maar wel gaf Klompien duidelijk aan waar het geld de komende tijd bij voorkeur naartoe moet gaan. Daarbij zal de metropool Groningen als economische motor van het hele gebied verder moeten worden ontwikkeld.
Investeringen moeten staan in het teken van het versterken van het innovatieve vermogen in het Noorden. Ook zal het geld niet moeten worden besteed aan kleine, marginale projecten, maar bij voorkeur aan grote projecten die zorgen voor brede welvaart.
Belangrijke thema’s waar het geld naartoe kan gaan, zijn onderwijs, digitalisering en het verbeteren van bedrijventerreinen.
De positie van de Rijksuniversiteit Groningen als technische universiteit moet worden versterkt. Snel internet moet voor iedereen beschikbaar komen.
Groningen moet zelfbewuster worden en zaken waar het goed in is beter naar buiten brengen. “Be good and tell it.”
De congresmarkt in Groningen moet worden versterkt en de marketing van Groningen moet worden verbeterd.
De provincie Groningen moet dé kennisbron worden op het gebied van duurzaamheid. Ook de gezondheidstechnologie, die al relatief sterk is, moet verder worden versterkt.
De vrijetijdseconomie is zeer kansrijk in Groningen. Het moet mogelijk zijn om, met behoud van het karakteristieke landschap en de cultuurhistorie, die sector veel verder te brengen en het aantal toeristen sterk te laten groeien.
Waarschuwingen
Klompien gaf ook twee duidelijke waarschuwingen. “Pas op dat het geld niet versplintert: besteed het niet aan te veel kleine projecten, dat is niet goed voor de verbetering van de economische structuur.”
Een tweede waarschuwing was dat het geld niet moet verdampen en dat er niet te veel geld gaat naar overhead, bureaucratie of consultants.
“We krijgen dit geld als aflossing van een ereschuld. Dat geeft een ereplicht! Laten we het gebruiken om er een geweldige toekomst van te maken!”, aldus Jacob Klompien.