Eén van de meest indrukwekkende interviews over de situatie rond de aardbevingen in Groningen werd onlangs gegeven door de oud inspecteur-generaal van het Staatstoezicht op de Mijnen, Jan de Jong. In NRC Handelblad van dinsdag 6 juni laat hij weten zich nog steeds zorgen te maken over onrust in de bodem in Groningen. Met het verminderen van de gaswinning is het er beslist niet rustiger op geworden in de bodem. En dus ook niet veiliger.
Volgens De Jong had niemand verwacht dat het na het verminderen van de gaswinning nog zó onrustig zou blijven in de Groningse bodem, en zal het de komende decennia zeker nog onrustig blijven. De dichtheid van de bevingen neemt zelfs toe, en een beving zwaarder dat de klap in 2012 bij Huizinge valt nog steeds niet uit te sluiten.
Eén van de meest opmerkelijke onderdelen van zijn betoog is dat hij het oneens is met staatssecretaris Vijlbrief – die in Groningen zeer wordt gewaardeerd – ook omdat deze alle boorputten wil dichtstorten. Dat klinkt heel nobel van de staatssecretaris, aldus Jan de Jong, maar dan kun je nooit meer in de ondergrond komen, ook wanneer dat in verband met veiligheid wel nodig zou zijn. En vooral biedt het dichtstorten van boorputten Shell en NAM de mogelijkheid om te zeggen: “Zo, we zijn klaar, nu ‘’inpakken en wegwezen”. Je maakt je er niet populair mee in Groningen, maar het kon juist wel eens in het belang van Groningen zijn om de boorputten wél open te houden.
Ondertussen wordt er hier al druk gediscussieerd over de vraag wat we allemaal voor moois kunnen doen met de miljarden die ons worden toegestopt als inlossing van de ereschuld. We hebben al de meest idiote initiatieven voorbij horen komen, ideeën die volgens de indieners zouden moeten leiden tot een sterkere Groningse economie.
Maar wat hebben wij hier aan mooie voorzieningen, dorpshuizen, nieuwe websites of groene parken, terwijl de bodem blijft schudden? Bovendien: de Groningse economie draait al als een tierelier. In plaats van de hand op te houden, moeten we hier wat zelfbewuster zijn, en wat trotser mag ook, want we zijn een van de meest innovatieve regio’s van Nederland, met biotechnologie, energie en waterstof als veelbelovende thema’s.
Wat we nodig hebben zijn dan ook geen cadeaus omdat we hier zielig zijn. Dat zijn we niet. Laten we het simpel houden. Wat we nodig hebben is op de eerste plaats een snelle afhandeling van alle schades en afname van bureaucratie. En op de tweede plaats een exitstrategie voor de komende tientallen jaren waarin de Groningse aarde blijft schudden, en dus een onderzoek naar de vraag hoe we dáar van afkomen.
We zijn geen bedelaars en hebben geen Sinterklaas nodig. Maar wel heldere denkers met een hart voor Groningen. Mensen zoals Jan de Jong.