Vondst acht schedels uit ijzertijd in wierde lijkt ‘spectaculair’

Bij opgravingen in een terp bij het Groningse Oldehove zijn acht schedels uit de midden-ijzertijd tevoorschijn gekomen. Het gaat om schedels, zonder botten, die in een mesthoop waren gegooid en waarvan de onderkaken ontbreken. Volgens het Archeologisch Instituut van de Rijksuniversiteit Groningen gaat het om een spectaculaire vondst.De schedels kwamen tevoorschijn tijdens opgravingen in de wierde Englum, tussen Saaksum en Oldehove. Deze werd in 1915 voor een groot deel afgegraven. De provincie Groningen heeft opdracht gegeven die wierde nu in de oorspronkelijke vorm te herstellen. Voordat er rond de wierde nieuwe aarde wordt aangebracht willen de archeologen de niet eerder onderzochte gedeelten in kaart brengen. Het onderzoek staat onder leiding van archeologe Annet Nieuwhof.‘De vondst van de schedels is voor ons heel spectaculair omdat we tot nu toe heel weinig weten over de manier waarop men in die tijd, de vierde eeuw voor Christus, met de doden om ging’, aldus Nieuwhof. Nu men de schedels gevonden heeft, weet men dat nog steeds niet. ‘Maar ze zijn nog maar net gevonden, het onderzoek moet nog beginnen’.De archeloge heeft geen idee hoe het komt dat de schedels in een mestvaalt zijn terecht gekomen. ‘Sommigen zeggen dat het misschien een ritueel is geweest, maar dat is speculeren. We gaan het zo goed mogelijk onderzoeken’.Dat de schedels uit de vierde of derde eeuw voor Christus dateren is volgens de archeologe zeker omdat er scherven uit die tijd op dezelfde mesthoop lagen.