Het waren Julien Alaphilippe op zaterdag en Van der Poel op zondag die alle aandacht voor zich opeisten met prachtige etappezeges. De zege van Van der Poel op de Mûr-de-Bretagne en het succesvol overnemen van de gele trui sprong verreweg het meest in het oog. In de slipstream van beiden hield Mollema het hoofd koel en deed wat de kopman van Trek Segafredo door de jaren heen zo vaak heeft laten zien. Aanhaken en sterk finishen.
Dat resulteerde zaterdag in de openingsrit tussen Brest en Landernau in een negende plaats. Een dag later was plek zes in het spoor van Alaphilippe zijn deel. De Mûr-de-Bretagne ligt Mollema sowieso goed. De puist in Bretagne was ook in 2011, 2015 en 2018 een finishlocatie tijdens de Tour en zowel in 2015 als 2018 noteerde de klimmer respectievelijk plek negen en zeven.
Bovendien ontliep Mollema op zaterdag in de openingsrit twee massale valpartijen. De conclusie is dat de 34-jarige Mollema, die aan zijn elfde Tour begonnen is, zelden zo soepel door het openingsweekend gerold is. Dat geeft reden voor positivisme. De eerstvolgende testcase is de individuele tijdrit aanstaande woensdag. Een rit tegen de klok liegt nooit en zal verdere duidelijkheid geven hoe goed de benen van Mollema zijn.