Daarmee spatte een droom uiteen. Zeker voor trainer Danny Buijs. Hij hoopte in zijn laatste seizoen afscheid te nemen met de bekerfinale en de route naar de kwartfinale door NEC uit te schakelen leek een ideale. FC Groningen was veruit de betere ploeg en kreeg de meeste kansen, maar verzuimde het overwicht uit te drukken in doelpunten. Iets wat natuurlijk al langere tijd aan de groenwitten kleeft. Het maken van voldoende goals is vaak een ondoenlijke opdracht gebleken de afgelopen paar jaar.
De gasten hadden het geluk dat ze op belangrijke momenten scoorden. Zowel in de beginfase als direct na rust. Dodelijk voor FC Groningen om ondanks het betere spel voortdurend tegen een achterstand aan te moeten jagen. In de tiende minuut nam Calvin Verdonk de bal uit het niets op de slof en liet doelman Jan Hoekstra kansloos. Een totale verrassing.
Pas in de blessuretijd van de eerste helft viel de gelijkmaker. Paulus Abraham speelde prima diep op Michael de Leeuw, die vervolgens prima afrondde. Direct na de pauze kreeg De Leeuw een enorme kans, maar de routinier liet het na om doeltreffend te zijn. Aan de andere kant was het vervolgens raak. Te lichtzinnig verdedigen gaf NEC de kans om ongestoord een aanval op te zetten met een schot van Mikkel Duelund als succesvol eindstation.
Dat bleek de nekslag. De gasten gingen nog verdedigender spelen en FC Groningen bleek niet bij machte om dusdanig gevaarlijk te worden dat de gelijkmaker een kwestie van tijd was. Vermoeidheid sloeg in de slotfase toe. Er kon een streep door de gedroomde bekerfinale in De Kuip. Een handtekening die Buijs maar wat graag had gezet aan het eind van zijn vierjaar trainerschap in Groningen. Nu ligt de focus vanaf nu op de competitie waar de Trots van het Noorden troosteloos dertiende staat.