Aanstaande zaterdag 7 juli komt de heilige Hatebrand terug naar Feldwerd, naar de wierde bij Holwierde (en Appingedam), waar hij meer dan 800 jaar geleden zijn klooster stichtte. Twee kerkbestuurders uit het Belgische Kortrijk-Dutsel brengen dan een relikwie van Hatebrand – een stukje van zijn gebeente – voor even terug naar zijn geboortegrond.
Dankzij het speuren van Meester Edze de Boer, geboren in Holwierde-Katmis, die zijn hele leven gezocht heeft naar sporen van de stichter en het klooster Feldwerd, gaat dit gebeuren. Bij de komst van het Protestantisme en het opheffen van alle middeleeuwse kloosters hadden de laatste nonnen van Feldwerd het gebeente van hun heilige stichter in veiligheid gebracht naar Antwerpen. In Vlaanderen werd Hatebrand sindsdien op meerdere plaatsten als een heilige en noodhelper vereerd. Nu is iets van zijn gebeente teruggevonden.
En zo kan hij voor even terugkomen. Eerst naar de wierde van Feldwerd, waar grote hopen kloostermoppen én de dobbe nog herinneren aan het vroegere klooster (dit is een besloten gedeelte), daarna naar de kerk van Krewerd, dit is een voor het publiek toegankelijk gedeelte.
In de kerk worden de reliek en het broederschapsboek getoond, Meester de Boer vertelt over zijn speurtocht, Stef Tuinstra bespeelt het orgel uit 1531 en kunsthistoricus Dr. Kees van der Ploeg houdt een causerie over de ‘terugkeer’ van middeleeuwse heiligen naar het protestantse Groningerland.
Over Hatebrand
Over Hatebrand meldt Holwierde.net:
Hathebrands geboortejaar is onbekend. Het ligt in het begin van de tweede helft van de 11de eeuw, zo omstreeks 1150. Zijn ouders Alundus en Tetta waren kleine boeren. Ze woonden op een wierde – een woonheuvel die opgeworpen werd tegen overstromingen van de Noordzee, of misschien beter de Waddenzee – die Katmis heette. Het huwelijk van Alundus en Tetta werd aanvankelijk niet gezegend met kinderen en dat maakte dat Alundus een afkeer kreeg van zijn vrouw. Hij trok weg naar een ander dorp in diezelfde regio (Usquert ?) en trad daar in dienst van een aanzienlijk heer.
Nadat hij deze enige jaren uitmuntend had gediend, verscheen hem `s nachts in zijn droom een engel die hem zei dat hij naar zijn vrouw terug moest keren. Indien hij aan dit bevel gevolg gaf, zou hij toch nog een zoon krijgen. Alundus gehoorzaamde en zijn vrouw, die blijkbaar in zijn afwezigheid de boerderij had beheerd, ontving hem hartelijk in hun huis. Inderdaad baarde Tetta na enige tijd een zoon, die zij `Hathebrand’ noemden. Blijkbaar was deze goed van verstand, want hij ging naar (de Latijnse) school en werd monnik in het Benedictijnenklooster van Utrecht. Toen zijn vader en moeder waren overleden, gebruikte hij zijn erfdeel om een klooster te stichten. Het werd een dubbelklooster, d.w.z. een klooster voor zowel mannen als vrouwen, die natuurlijk wel gescheiden moesten leven. In de loop der eeuwen werd het meer een vrouwenconvent onder leiding van enige priesters.
In het begin ging het niet zo goed met het klooster. Vele mensen die intraden, begrepen de orderegels niet altijd en Hathebrand, die aan die ene kant streng en rechtvaardig wilde zijn en aan de andere kant ook begreep hoe moeilijk het voor de mensen was het kloosterleven in al zijn facetten te aanvaarden, kreeg het zwaar te verduren. Er werd zelfs eens een aanslag op zijn leven gepleegd, maar door God gewaarschuwd, nam hij voorzorgsmaatregelen. Hij deed een ijzeren pot onder zijn capuchon en zo overleefde hij een ferme slag op zijn hoofd. De voortdurende strijd van onze charismatische abt tegen bijgeloof en voor de handhaving van de orderegels in die beginjaren maakte dat een zeer goede monnik uit het klooster wilde vertrekken, omdat hij zich stoorde aan de levenshouding van anderen. Gelukkig kon Hathebrand, hem overhalen om te blijven, want vanzelfsprekend had hij de steun van zulke mensen juist erg nodig. Na enige jaren ging het beter met het convent en zag Hatebrand kans nog andere kloosters te stichten, namelijk één in Oost- Friesland `Merehusen’ genaamd en één in de nabijheid van de stad Groningen, `Thesinge’ of `Germania’ genoemd.
Op een visitatietocht van Hathebrand naar Merehusen vroeg een vrouw hem haar te genezen van de voortdurende pijn in haar arm. Na Hathebrands gebed tot God was de vrouw haar pijn kwijt en verkondigde zij haar genezing over heel de streek. Zodoende bracht zij de abt grote bekendheid. Ze bracht hem ook in verlegenheid, want bescheiden als hij was, meed hij alle roem en eer en wilde niets liever dan zijn Heer op een onopvallende manier dienen.
Hathebrand van Feldwerd, de grondlegger van de Benedictijnenkloosters in Groningen en Oost-Friesland is volgens de overgeleverde abtenlijst van het klooster op 30 juli 1183 overleden.
Programma zaterdag:
Locatie Mariakerk Krewerd – Kerkpad 8 Krewerd
Inloop: 15.00 uur – aanvang programma 15.30 uur
Entree: € 5,00
Graag aanmelden via info@groningerkerken.nl of 0503123569.
- 15.00 uur – Inloop bijeenkomst in de kerk van Krewerd – thee/koffie en orgelspel van Stef Tuinstra
- 15.30 uur – Opening door Peter Breukink met interview van de heer Leon Thuys – hij zal de reliek en het broederschapsboek tonen
Terugblik op zijn speurtocht door Edze de Boer
Kort woord van de rooms-katholieke pastoor Arjen Jellema
Orgelspel door Stef Tuinstra – middeleeuwse orgeltabulatuur uit het dominicaner convent van Winsum
- 16.00 uur – Causerie door Kees van der Ploeg over de herontdekking van heiligen na 50 jaar restauraties van middeleeuwse kerken en de daardoor op gang gekomen herbezinning op en bestudering van middeleeuwse kerkinterieurs
- 17.00 uur – hapje en drankje