Wonen

Fraai Onderdendam heeft na zeventig jaar haar molen terug

De plaats Onderdendam nabij Bedum krijgt na zeventig jaar haar molen terug. Onderdendam ziet er toch al zeer fraai uit dankzij goed bewaarde oude panden, en met de molen er bij ziet het er straks helemaal uit als een oude ansichtkaart.Op 18 april om 11.00 uur wordt de molen Hunsingo feestelijk geopend door burgemeester Everts van de gemeente Bedum. Na zeventig jaar heeft Onderdendam haar molen terug. Om te vieren dat de klus is geklaard wordt er op 18 april feestje gebouwd rond de molen.


Leestijd: 9 minuten

Natuurlijk begint het met een officiële handeling met daarbij ook de fondsen en instellingen die het werk van de molenstichting hebben financieel hebben gesteund. Na het officiële gedeelte gaat het feestje door tot ongeveer 15.00 uur, waarbij de molen ook is te bezichtigen voor het publiek. Ook zijn er werkstukken te bewonderen die de Onderdendamster jeugd op de plaatselijke lagere school “De Haven” over de molen hebben gemaakt. Er is die middag draaiorgel muziek en het Onderdendamsterkoor El Coro Campo zal een aantal keren optreden. Verder is een kiepkerel die een aantal keren zijn kiep zal leegpakken en zijn er oude oude traktoren. Voor de kinderen is er speciaal vermaak en zal er ook een poffertjes kraam zijn met gratis poffertjes. De molenstichting hoopt op een gezellige drukte rond de molen.

De stichting heeft ook een molenaar. Jan Knegt die in 2007 aan de Bedumerweg 21 voor de molen is komen wonen. Hij is gediplomeerd vrijwillig molenaar en wil graag molenaar worden op Molen Hunsingo. Tijdens de officiële openingshandeling kan daarom het contract tussen Jan Knegt en de molenstichting worden getekend. Jan wordt dan eerste vrijwillig molenaar. Ook Catrienus Rouwé heeft zich als vrijwilliger gemeld. Hij is in opleiding als vrijwillig molenaar en heeft aangeboden hand en spandiensten te willen verrichten op molen Hunsingo. De molenstichting geeft aan best meer vrijwilligers te kunnen gebruiken. Een diploma is niet noodzakelijk. Onder begeleiding van Jan kun je er ook zonder diploma aan de slag, er zijn genoeg werkzaamheden. Mensen met interesse kunnen alle dagen als de molen draait binnenlopen en praatje maken met Jan of Catrienus en kijken of het iets voor ze is.
Natuurlijk gaat de molen de 18de april ook draaien en kunnen mensen in groepjes de molen bezichtigen.

Tijdens de feestelijkheden in 1995 bij de afronding van het project particuliere woningverbetering en de oplevering van de gerenoveerde Uiterdijk, prikkelden de ambtenaren Paap en Koomans van den Dries van de gemeente het bestuur van de Vereniging Dorpsbelangen Onderdendam (VDO) met de opmerking dat het beschermd dorpsgezicht pas echt afgerond zou zijn wanneer ook de molen weer in volle glorie hersteld zou zijn. De molenromp verkeerde in een slechte bouwkundige staat. Er groeiden zelfs kleine boompjes uit het voegwerk. Het toenmalige bestuur van de VDO was het met beide heren eens en is er mee aan de slag gegaan. Ze kwamen er al snel achter dat alleen een molen zonder verdere invulling moeilijk te realiseren zou zijn. Daarom werd er een concept bedacht. Een concept met meer inhoud dan alleen maar een molen. Het toeval wilde dat in die zelfde periode Opmaat zich in Bedum vestigde. Samen met Opmaat werd een concept bedacht om een winkeltje annex theeschenkerij onderin de molen te vestigen met een expositie of museum op de bovenverdiepingen. Dit alles geëxploiteerd door verstandelijk gehandicapten. Van dit plan werd een mooie reader gemaakt
waarmee de boer opgegaan kon worden. Verder werd door VDO voor de realisatie van de plannen de Molenstichting Onderdendam opgericht. Ook werd er contact gezocht met de eigenaar van de molenromp. Men werd het al gauw eens. Met behulp van een renteloze lening van de gemeente, voor het aankoopbedrag en een schenking van het Nutsdepartement Onderdendam voor de notariskosten e.d., werd de romp in 1997 aangekocht. Later is de lening van de gemeente ook omgezet in een schenking. Door allerlei interne problemen bij Opmaat is van de samenwerking met hen uiteindelijk niets terecht gekomen.
In die tijd werd ook al naarstig gezocht naar een bestaande achtkant voor Onderdendam. O.a. in Appingedam en Molenrij. In Molenrij was Peter Waterdrinker bezig met een groot molenplan met meerdere molens te realiseren. Dit is niet van de grond gekomen. Daardoor was er een achtkant over die te koop kwam. Uit nader onderzoek bleek die toch niet geschikt, waardoor de koop niet doorging. Via monumentenzorg kwam het bericht dat in Rijssen een voor Onderdendam passende achtkant zou worden gesloopt. De eigenaar, de familie Slaghekke, stelde de achtkant gratis beschikbaar, maar we moesten hem wel van de stenen romp takelen en slopen. Met behulp van tientallen vrijwilligers in een aantal weekeinden in het voorjaar van 1997 werd in Rijssen de achtkant van de romp gehaald en gedemonteerd. De gedemonteerde achtkant kon bij Wieringa in een loods aan de Wroetende Mol in Bedum worden opgeslagen. Later, toen Wieringa de loods zelf nodig had, is de achtkant verhuisd naar de boerderij van de familie van Leeuwen aan de Warffumerweg.

In 1999 zijn er een aantal herstelwerkzaamheden uitgevoerd aan het dak en zijn er nieuwe kozijnen geplaatst. Dit was nodig omdat de molen ging dienen als vertrekplaats voor trekschuittheatertochten en als pleisterplaats voor deelnemers aan de Ruige Route.
De combinatie van molenromp en achtkant kreeg in 2004 samen de status van Rijksmonument. Dit was nodig om te kunnen beginnen met de eerste fase van de restauratie. Deze eerste fase werd mogelijk doordat in het kader van Leader+ (Europees subsidie programma voor het platteland) plannen werden gemaakt om de leefbaarheid en de toeristisch recreatieve ontwikkeling van Onderdendam te stimuleren. De realisatie van de eerste fase van de molen maakte deel uit van die plannen en kwam in aanmerking voor subsidie. De drie zolders, de stelling en het bijgebouw zijn aangepakt waardoor er twee logementen voor Bed & Breakfast, een lunchcafé en een expositieruimte ontstonden. Een investering van ruim € 350.000,-. De molen kreeg twee geweldige uitbaters in de vorm van Rens Klasbeek en Jans Zwiers, die van de twee logementen en het lunchcafé een succes maakten. In samenwerking met het Museum Het Hoogeland te Warffum werd op de derde zolder een expositie over de historie van beurt- en trekvaart en de historie van Onderdendam ingericht. Toen eind 2007 Rens en Jans aangaven aan een andere uitdaging toe te zijn, hebben de uitbaters van De Gulzige Kater in Groningen de exploitatie in juni 2008 overgenomen. De exploitatie werd enigszins gewijzigd waardoor het lunchcafé nu een restaurant is en waar nu ook heerlijk gedineerd kan worden.

Het stichtingsbestuur vernam in 2005 dat er extra rijksgeld beschikbaar was voor het wegwerken van restauratieachterstanden. Terstond is een subsidieverzoek ingediend voor de tweede fase. Dit verzoek werd in eerste instantie afgewezen, omdat het te vroeg was en de criteria voor de aanvraag nog niet bekend was. Eind 2005 werd bekend wat de criteria was, om in aanmerking te komen voor deze subsidie. Door het stichtingsbestuur is alles in het werk gesteld om tijdig aan die criteria te voldoen. Een van de voorwaarden was dat de totale financiering rond zou zijn. De totale investering was bijna € 500.000. Hiervan zou 70 % gedekt worden door de subsidie van het Rijk en 5 % door subsidie van de gemeente. Gelukkig had de gemeente Bedum er alle vertrouwen in dat het de stichting zou lukken ook de laatste 25 % bijeen te kunnen krijgen en stond garant voor het nog ongedekte deel van de financiering. Hierdoor kon voor de sluitingsdatum van 1 april 2006 een hernieuwd subsidieverzoek worden ingediend. Eind december van dat jaar kreeg het stichtingsbestuur in Monnikendam te horen dat het subsidieverzoek was gehonoreerd. Molenbouwer Doornbosch uit Adorp kreeg opdracht voor de restauratie. De achtkant werd vervolgens voor restauratie naar Adorp vervoerd. Waarna Doornbosch in de zomer van 2007 in Bedum bij Wieringa begon aan de bouw van de achtkant. De vorderingen van het project kon daardoor door een ieder goed worden gevolgd. In april 2008 was het zover dat de achtkant af was en op een ponton naar Onderdendam werd vervoerd om vervolgens in één keer op de molenromp te worden getakeld. Daarna werd op dezelfde locatie in Bedum een nieuwe kap gemaakt. In september werd ook die over water naar Onderdendam vervoerd en op de romp gezet. In december werd het wiekenkruis geplaatst en kon het binnenwerk van de molen worden aangebracht. Een knap stukje ambachtswerk door molenbouwer Doornbosch en zijn medewerkers. Nu bijna twee jaar nadat met de tweede fase werd begonnen is de molen gereed en siert hij, net als 70 jaar terug, de skyline van Onderdendam.

Op de plaats van de huidige molen moet al voor 1616 een standerd (rogge) molen hebben gestaan. Ook op een kaart van 1686 komt deze molen voor. We weten dat de molen op 23 maart 1714 is omgewaaid. De molenaar toen was Hans Harmans. Op dezelfde plaats is weer een molen gebouwd. In 1775 komt de molen voor in het Rechtelijk archief als koren(rogge)- en pelmolen bij Onderdendam. De molen was toen een achtkante grondzeiler. Een roggemolen in de vorm zoals we die kennen van de watermolens als de ‘Zilvermeeuw’ met stenen muren en bedekt met riet. De molenaar toen was Jan Jacobs (van 1776 tot 1777). Vervolgens de weduwe Thomas Jacobs, Jan Nevels (tot 1819), Klaas P. Oosterhoff (1819 tot 1846) en als laatste Hilbrand Runsink. Hilbrand Runsink brak in 1855 de molen af en herbouwde op dezelfde plaats een achtkante stellingkoren- en pelmolen. De achtkant en kap waren bekleed met geasfalteerd hout. Hilbrand Runsink werd in 1869 opgevolgd door Piet Runsink, die op zijn beurt in 1876 werd opgevold door Hilbrand Runsink Hilbrand verkocht in 1926 de molen en bijbehorende boerderij (Bedumerweg 17/19) aan Klaas Haitsma. In de tijd van Runsink had de molen pelstenen en “weit”stenen, maar die heeft Haitsma laten verwijderen. Haitsma heeft tot april 1939 op de wind gedraaid. Toen is tijdens het malen in een vliegende storm een roe afgebroken. Haitsma heeft dit niet laten repareren. Financieel was dat niet meer haalbaar. Hij heeft toen een zgn. ‘ruw’ oliemotor (oude scheepsmotor) laten inbouwen door (scheepssloper) Lieze Moorlag. De motor moest eerst warm worden gemaakt met grote branders, omdat anders de motor niet wilde starten. Later is deze motor vervangen door een 20 pk benzinemotor. Haitsma pakte het radikaal aan want in augustus 1939 liet hij de kap en de achtkant slopen door molenmaker Takens. Toen vlak daarna tijdens de tweede wereldoorlog de olie schaars was zal hij wel spijt hebben gehad dat hij de molen niet heeft laten repareren. De wind is er voor het vangen, zoals een molenaars gezegde luidt. Later verkocht hij de molen aan aannemer Triezenberg die de molen ging gebruiken als opslagruimte.

De restauratie van deze tweede fase van de molen Hunsingo is mogelijk gemaakt door financiële bijdragen van: RACM (Rijksdienst voor Archeologie, Cultuur en Monumenten), gemeente Bedum, Stichting J.B. Scholtenfonds, Dinamo Fonds, BankGiro Loterij, Stichting TBI, Prins Bernhard Cultuurfonds, St. Dr. Hendrik Muller’s Vaderlandsch Fonds, provincie Groningen, Rabobank Noord-Groningen Stimuleringsfonds en het VSBfonds. Verder door sponsoring van o.a.: Makelaardij Bruintjes Keurentjes, Wieringa, Loonbedrijf Wieringa, Wagenborgen Nedlift en aannemersbedrijf van der Reijt.