Het grootste deel van het vastgoed in de Groningse binnenstad is in handen van een klein aantal investeerders. In plaats van zelf hun pand te bezitten, zijn lokale ondernemers daarom vaak afhankelijk van deze verhuurders, stellen ze partijen. Ze constateren dat lokale ondernemers te vaak de dupe zijn van deze doorgeslagen scheve eigendomsverhoudingen.
Raadslid Rico Tjepkema merkt dit vaak op wanneer hij door de binnenstad loopt: “Onze binnenstad is hartstikke populair, maar juist daarom kunnen verhuurders vaak vragen wat ze willen. Hoge huren zorgen er te vaak voor dat kleine lokale ondernemers niet meer hun hoofd boven water kunnen houden, terwijl zij juist de sfeer in de stad maken.”
Ketens en westerse concepten kunnen de hoge huurprijzen vaak makkelijker ophoesten. Voor hen zijn de stijgende kosten dus vaak een minder groot probleem. De PvdA vreest dat de binnenstad daardoor steeds meer een eenheidsworst wordt, terwijl lokale ondernemers juist het meeste bijdragen aan wat Groningen zo divers en uniek maakt. Ze wijzen op voorbeelden van bedrijven die recent zijn verdwenen, zoals de schoenmaker op de Vismarkt, Kantoorboekhandel Jacobs, Monk en wijnhandel De Roemer. “Lokale ondernemers creëren échte Groningse zaken die de sfeer in de stad bepalen; elke euro die je daar uitgeeft, gaat direct de Groningse economie in.”
Ondersteun ondernemers bij verwerven vastgoed
Niet de winst van vastgoedbelangen, maar de waarde voor Groningen moet weer voorop komen te staan, vinden de partijen. Daarom roepen de PvdA, D66, GroenLinks, de Partij voor de Dieren en de SP het gemeentebestuur op om lokale ondernemers te ondersteunen in het verwerven van vastgoed. Via ondernemerscoöperaties kunnen ondernemers de handen ineenslaan om samen vastgoed in eigendom te krijgen. De partijen willen dat de gemeente hen hierin steunt. Volgens de partijen kunnen woningcorporaties ook een rol spelen, en wijzen ze op succesvolle voorbeelden, zoals in de Folkingestraat.
