“Zal ik een geheim verklappen?,” knipoogt Willy. “Toen mijn moeder vanuit Venezuela in Nederland kwam wonen, kon ze nog geen ei bakken.” Een goed geheugen had ze gelukkig wel. Ze keek als klein meisje mee in de keuken van haar oma. Samen met haar man Cor, begon ze te experimenteren in de keuken met de herinneringen van vroeger.
“De Venezolaanse keuken ís passie”
Het stel ging op de markt staan met een foodtruck. Zuid-Amerikaanse inwoners ontdekten de Venezolaanse lekkernijen en stonden regelmatig juichend voor de kraam. Maar ook nuchtere Groningers omarmden de Zuid-Amerikaanse arepa’s (gefrituurd maisdeeg met vulling naar keuze), empanada’s, pikante kip- en rundvleesgerechten en quessilo’s (karameltaartjes).
En net als zijn moeder keek Willy als klein jongetje mee in de keuken. “Ik leerde met kruiden te spelen. En vooral: áltijd het eten te proeven. We koken op gevoel. Alles vers en zonder weegschaal. De smaken staan in mijn hoofd getatoeëerd”, vertelt hij. “Wat mijn moeder deed is passie, en dat is precies hoe ik de Venezolaanse keuken zou omschrijven.”
“Alles moet top zijn”
Dat die passie aan Willy is doorgegeven is een understatement. Naast kok is hij mede-eigenaar van Las Sabrozas in de Oosterstraat, dat hij samen met zijn moeder runt. Dat betekent dat hij zeven dagen per week aan het werk is. “Op de dagen dat we dicht zijn ben ik bezig met inkopen, administratie en de bereiding van het vlees. Als we open zijn sta ik bij mijn moeder in de keuken, of werk als vliegende kiep in het restaurant.”
Het restaurant bepaalt Willy’s leven. Hij vindt dat vanzelfsprekend, maar weet ook: hier moet je voor gemaakt zijn. “De Zuid-Amerikaanse keuken is heel bewerkelijk. Ik gooi mijn leven erin en wil iedere dag dat het eten lekker smaakt. Alles moet gewoon top zijn. Als ik zelf in een restaurant eet verwacht ik dat ook”.
Mond-tot-mondreclame
“Groningers moet je soms best wel overtuigen om iets te eten”, lacht Willy. “De mond-tot-mondreclame die er ontstond bij de foodtruck was voor ons heel belangrijk.” En dan is het natuurlijk leuk dat dit weer opgepikt wordt door de media. “Na het Volkskrant-artikel stond onze telefoon roodgloeiend. Mensen wilden precies hetzelfde bestellen als wat er in het artikel stond”, vertelt Willy.
Toch blijft de familie Kregel er nuchter onder. “Voor ons gaat het erom dat iedereen zich hier thuis voelt, dat mensen blij zijn met ons eten. Het gezellige, knusse dat we onder de klep van onze foodtruck hadden willen we ook graag in ons restaurant. Sommige gasten zien dit als hun huis. Ze vinden het prachtig dat er eindelijk een Zuid-Amerikaans restaurant is. Daar doe je het toch voor?”
Dit artikel verscheen eerder in de Cityscoop, een uitgave van de Groningen City Club.