Sinds de gekke koeienziekte BSE in Europa toesloeg en er mensen overleden aan de daarmee samenhangende ziekte Creutzfeldt-Jacob is slachtafval uit het veevoeder gehaald. Het is verantwoordelijk geweest voor de uitbraak van BSE, omdat koeien veevoer kregen waarin restanten van hun eigen soort waren verwerkt. Het slachtafval is vervangen door sojaschroot, waardoor de productie van soja gigantisch is gestegen.
,,Zo’n 16 miljoen ton diermeel is vervangen door 23 miljoen ton sojabonen. Als je daar een berekening van maakt, blijkt dat we, alleen al ter vervanging van slachtafval, 10 procent van de EU landbouwgronden nodig zouden hebben”, aldus Elferink.
Elferink herinnert eraan dat BSE destijds is ontstaan in Groot-Brittannië, waar het slachtafval op een lagere temperatuur dan was voorgeschreven, werd verwerkt tot diermeel. ,,Als je het slachtafval wel op de juiste hoge temperatuur verwerkt en je zorgt ervoor dat diermeel van koeien niet aan koeien, maar bijvoorbeeld aan varkens en kippen wordt gevoerd, kunnen de reststromen veilig binnen het systeem blijven”, redeneert de bioloog.
Elferink concludeert in zijn onderzoek dat tussen oorzaak en gevolg niet altijd een rechtstreeks verband hoeft te bestaan. ,,Consumenten gaan steeds meer vlees eten. In 2050 zit de wereld op 150 procent van de huidige consumptie. De impact daarvan op het milieu stijgt niet evenredig mee, maar stijgt zelfs harder”, berekende Elferink.
Innovatie
Onderzoek RUG: slachtafval in veevoer beter voor milieu
Om het zware beslag dat de mondiale vleesconsumptie legt op het milieu te verminderen zouden overheden slachtafval in veevoer weer moeten toestaan. Dat stelt bioloog Emiel Elferink van de Rijksuniversiteit Groningen in zijn promotieonderzoek.
Leestijd: 1 minuut